Homemadecooking by Hugo Vanderstraeten - sprokkels.en.brokkels@gmail.com

The best of 2025

De beste strips van het jaar zijn ...

Lijstjes met de naar onze mening beste strips en graphic novels van het jaar, zijn al jarenlang een traditie.
Op het einde van het jaar zitten de verhalen van de laatste maanden nog vers in het geheugen, maar over eerder verschenen albums hangt reeds een sluier van de tijd en raken ze vaak niet op de plaats waar ze horen te staan. We lijsten hier enkel de strips op, die ons echt raken. Zo krijgen we een accurate lijst. We voegen er meteen ook onze mening aan toe, m.a.w. onze eigen recensie. Het resultaat hieronder op de pagina. 

Klik op de titels om de recensies te lezen.
Soldaat-Hovenier Een liefde tussen hemel en hel
– 1629 … of het vreselijke verhaal van de schipbreukelingen van de Batavia 1. De apotheker van de duivel
Goya Licht en schaduw
De ruiterlijke confessies van Dragon Dragon 3. Italië, 1796
– Catamount 4 De verlossing van Catamount
– Makkelijke prooien 1 Hyena’s
– Legio Patria Nostra 3. Tierras Calientes

– Getekend door de Holocaust
Delta Blues café
de magnifieke Monet 2 Giverny
Gone with the wind 2

Tramp 12 Valstrik op zee
Alexander De Grote 6 Het paard van Troje
– Brigantus 2 De Pict
Samoerai 17 Bloedschuld
Charley’s Oorlog 10 Het einde
– Nero en Co De Babbelkousen
– Marshal Bass 11 Klotegeld
De Grote Zeeslagen 23 Çesme

Klik hiernaast voor onze nieuwste recensies ⇒

Sprokkels en Brokkels

Een graphic novel met fond, een uniek album

Goya Licht en schaduw
Bart Proost / Bie Flameng
Saga Uitgaven
56 pagina’s

Verschenen op 04/02/2025

“Goya Licht en schaduw” is een graphic novel over het leven en werk van de wereldberoemde kunstenaar Goya. Bart Proost is hiermee niet aan zijn proefstuk toe. In 2023 bracht hij met veel succes het levensverhaal van Caspar David Friedrich uit. Nu is het de beurt aan Francisco de Goya y Lucientes.
“Licht en schaduw” is een ode aan één van de bekendste Spaanse schilders, een kunstenaar die toonde dat op genialiteit geen leeftijd staat, dat een kunstenaar alleen zijn weg moet volgen, en niet wat de maatschappij van hem verlangt. Dit laatste geldt misschien ook wel een beetje voor Bart Proost die met Goya kiest voor kwaliteit en diepgang, minder voor de commercie.
De auteur laat de 76-jarige Goya in vijf hoofdstukken zelf zijn verhaal vertellen. Elk hoofdstuk begint telkens met een kaderend tekstje en een citaat van Goya.
Hoofdstuk één “Een geheimzinnig vakman” vertelt over Goya’s opgang als hofschilder tot wanneer een onbekende ziekte hem blijvend doof maakt.
Hoofdstuk twee draait om “Los Caprichos”. Terwijl Goya overdag portretten schildert waagt hij zich ’s nachts aan etsen. In deze grafische reeks geeft hij zijn eigen kijk op zijn oeuvre en de grillen van de wereld rondom hem. We voelen ook de impact van zijn doofheid op zijn werk.
In hoofdstuk drie staat de serie “Los Desastres de la Guerra” centraal. Als in 1808 het Spaanse volk een guerrillaoorlog uitvecht tegen het leger van Napoleon wordt Goya observator / verslaggever. Hij legt zonder satire of leedvermaak vast wat hij ziet.
In hoofdstuk vier “Een rationele romanticus” zien we de bevrijde kunstenaar Goya. Op zijn 73ste koopt hij de “Quinta del Sorde” “Het huis van de dove”. Een toeval van de voorzienigheid? Op de muren van zijn huis schildert hij 14 fascinerende taferelen : “Los Pinturas Negra”. Hij gaat helemaal op in de donkere schilderijen en speelt met licht en schaduw.
Wanneer hij klaar is met zijn obsessies, zijn demonen en zijn zorgen, vindt hij dat het op 75 jaar tijd is om zijn horizon te verruimen. In hoofdstuk vijf “De Epiloog” verlaat hij Spanje en verhuist naar Bordeaux waar hij van zichzelf zegt dat hij nog alle dagen bijleert.
“Nada es blanco o negra. No todo es tan senallo come parece”, is de slotzin van het album waar we ons helemaal kunnen in vinden. Als meester van het licht – donkereffect is voor Goya toch niet alles zwart of wit. Niets is kant en klaar, niets is evident, alles is nuance. Mensen zijn niet goed of kwaad, ze zijn al die dingen. Is dat niet zo?
Bart Proost slaagt er in om in 45 pagina’s een pakkend beeld van Goya te scheppen. Zijn typische zwartwit tekenstijl past als gegoten bij het kleurenpalet en thematiek van licht en schaduw. Dit bleek ook op de voorstelling van het boek in museum De Reede in Antwerpen. De grote tekenplaten pasten perfect bij de werken van Goya en zouden niet misstaan als permanente aanvulling. Zwart en wit voeren de hoofdtoon, maar toch heeft de auteur kleuren toegevoegd aan zijn werk. Voor de inkleuring deed hij beroep op zijn moeder-kunstenares Bie Flameng. Wat zich in het heden afspeelt geeft ze een blauwe schijn. Flash-backs krijgen een goudbruine tint. Flash-forwards en emoties krijgen een rode ondertoon.
Heel knap aan deze graphic novel is dat bijna elke pagina een reproductie / hommage van het werk van Goya bevat. De makers laten deze werken monochroom (zwartwit).
Wie nog meer Goya wilt, kan zich achteraan verdiepen in een compact historisch dossier opgemaakt door vader-historicus Luc Proost. Naast dit dossier is er ook nog een verhelderend interview met de auteur.
“Goya Licht en schaduw” is een uniek album. De samenwerking tussen Bart, zijn moeder en zijn vader geeft dit boek een extra pigment.
Het is een boek dat men meerdere keren moet lezen, een boek waarvoor men moet gaan zitten. Elke nieuwe leesbeurt bracht ons dichter bij de melancholie van Goya. De cover dekt de lading volledig: “de slaap van het verstand produceert monsters”!
Besluit: Bart Proost levert een graphic novel met fond af! Een pareltje! In onze verzameling geven we hem een plaatsje bij andere grote kunstenaars. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Ontspannend avonturenalbum

Samoerai 17 Bloedschuld
Jean-François Di Giorgio / Cristina Mormile
Daedalus
48 pagina’s

Verschenen op 27/01/2025

De serie

Dit jaar vieren we de twintigste verjaardag van de reeks “Samoerai”, een heroïsch fantasy-verhaal. Het eerste album verscheen op 24 augustus 2005 in het Frans bij uitgeverij Soleil. Ondertussen zitten we al aan album 17 en blijft het een steengoede serie, die niet altijd de aandacht krijgt die ze verdient.
In deel 17 “Bloedschuld” volgen we nog steeds de queeste van hoofdrolspeler Takeo, een jonge samoerai. Samen met zijn verloofde Sayuri bereikt hij eindelijk de nederzetting van de Japanse keizer, waar hij een hartelijk weerzien beleeft met zijn jeugdvriend Tamoe, lijfwacht van de keizerlijke familie. Terwijl we getuige zijn van een ruzie tussen de keizer en de vijftienjarige kroonprins Uraku, wordt het rijk bedreigd door vijandige clans, die er op uit zijn het land te destabiliseren. De opstandelingen worden geleid door een duistere macht die in een soort voodoo séance de keizer om het leven brengt. Als de troon in gevaar komt, wordt Takeo gevraagd om de prins te beschermen en in veiligheid te brengen. Hij aarzelt niet en vindt dit het uitgelezen moment om zijn schuld bij de keizer in te lossen. Bij een poging van de clans om de prins te ontvoeren, zien we Takeo op zijn best. Bijna eigenhandig schakelt hij de hele troep uit. Er volgt een klopjacht op de leider van de indringers. De roekeloosheid en blinde woede van de prins jaagt hen echter in de handen van de vijand, wat andermaal leidt tot een mega knokpartij. Het verhaal eindigt zoals het een goede serie betaamt met een reeks cliffhangers. Wie wint de strijd? Blijven Takeo en zijn medestrijders uit de handen van de clans? Blijft het keizerrijk overeind? Ziet Takeo Sayuri terug? Dus meer dan stof genoeg om nu al uit te kijken naar het vervolg.
Di Giorgio heeft opnieuw voor een knap scenario gezorgd. De spanning wordt gestaag opgebouwd om met een uitsmijter te eindigen. Hij laat Takeo off-screen het verhaal becommentariëren. De samoerai geeft zijn visie op de precaire toestand van het rijk. Goed gevonden!
De pagina opbouw is om van te smullen. Geen enkele pagina heeft dezelfde indeling. Grote kaders, kleine kaders en paginagrote prenten wisselen elkaar in een rotvaart af, wat het tempo van het verhaal ten goede komt.
Het tekenwerk van Mormile blijft top met oog voor detail, flitsende actiescènes, gekletter van samoerai-zwaarden en een sublieme cover.
In een vorige recensie gaven we “Samoerai” de eer van “Japanse Rode Ridder”. Wel, we blijven bij deze beoordeling. Alle nodige ingrediënten zijn aanwezig: een hoog verhaaltempo, een beetje bloot, een scheutje fantasy en knap tekenwerk! Kortom: de auteurs leveren terug een lekker ontspannend avonturenalbum af. Houden zo! (HV)

Sprokkels en Brokkels

Een blues-story

Delta Blues Café
Philippe Charlot / Miras
Saga uitgaven
Collectie Bamboe
72 pagina’s

Verschenen op 21/02/2025

Blueslegende Robert Johnson blijft de stripwereld beroeren. Vorig jaar nog verscheen de knappe graphic novel “De laatste dagen van Robert Johnson” van Franz Duchazeau. Nu brengt Saga uitgaven “Delta Blues Café” uit.
“Delta Blues Café” is niet echt een verhaal over de geschiedenis van de Blues of een biografisch album, maar gewoon een menselijk verhaal doorspekt met de karakteristieken van de bluesmuziek: een story over de ongrijpbare liefde, de verloren liefde, over onrecht dat je wordt aangedaan, over de teleurstellingen van het leven, de strepen op onze ziel. Dit alles opgehangen aan de figuur van Robert Johnson.
Het boek verwijst ook naar de pioniers van de Blues, naar de echte mensen wier talent tussen de plooien van de geschiedenis verdween, een eerbetoon aan de bluesmannen en -vrouwen uit de Mississippi-delta. 
Het verhaal begint als hoofdrolspeler Luap Grangé bij de release van zijn film “Robert Johnson, de blues in zijn ziel” een promotietour maakt in het zuiden van de VS. Hij ontmoet er de ‘grumpy’ professor Gordon Moore, expert op het gebied van de geschiedenis van de Blues, zijn extravagante vriendin Jezie, de eigenares van het “Delta Blues Café” en Willie Mae, een ongehuwde moeder en serveerster in het café. Luap vergezelt de professor en Jezie op een doktersbezoek in Memphis. Door autopech stranden ze in het “Delta Blues Café”. Beetje bij beetje groeit het drietal naar elkaar toe. Hier verneemt Luap dat de professor al zijn hele leven op zoek is naar oude blues 78-toeren platen. In het bijzonder obsessief naar een plaat van Tunia Grace, een zwarte zangeres waarmee de professor een relatie had, de verloren liefde van zijn leven.
De professor aast al jaren op de platencollectie van zijn oude verzuurde buurman. Hij beeldt zich in dat die zeldzame opname van Tunia er tussen zit. De buurman wil echter zijn verzameling niet verkopen. Luap komt met het idee om ter gelegenheid van het verjaardagsfeest van de professor de platencollectie van de buurman te stelen in de hoop dat de gezochte plaat er bij zit. Op het feest zal blijken of dat zo is.
Ondanks dat Jezie overlijdt, kent het verhaal toch een atypisch blues happy-end. Luap erft het café, vindt de liefde bij Willie May en samen bezorgen ze de professor een fijne oude dag.
Zijdelings komen er enkele aspecten uit Robert Johnsons leven aan bod. Zo rijdt de professor met een Terraplane, een verwijzing naar Johnsons grootste hit “Terraplane Blues”
Miras tekent de personages vaak karikaturaal wat voor ons wennen was. Zijn kleurenpalet en inkleuring is om van te snoepen. Ook de cover is een juweeltje. De professor vindt dat de Blues meer zijn dan zwart en wit, en dat ze de kleuren van het landschap van de delta verdienen. Daar zijn de auteurs prima in geslaagd. Jammer dat de tekenaar de tekst van de blues-song in het Frans noteert. Met het oog op de vertaling en in de geest van de Blues had dit in het Engels gemogen.
Achteraan in het album is er nog een verhelderend dossier voorzien, een meerwaarde. Zo vernemen we o.a. dat de fictieve professor Moore geënt is op Alan Lomax, een academicus die zijn carrière lang opnamen van anonieme “bluesmen” verzamelde.
“Delta Blues Café” is een knappe mengeling van een blues story, een liefdesverhaal en menselijke warmte. Deze verzorgde uitgave zal zowel door blues fans als niet -fans gesmaakt worden.
Als extraatje hebben we nog een Spotify-lijstje samengesteld met titels die verwijzen naar het “Delta Blues Café”. Veel lees- en luisterplezier! (HV)

Sprokkels en Brokkels

Met de vitesse van een TGV, pure slapstick

De ruiterlijke confessies van Dragon Dragon
3. Italië, 1796
Nicolas Juncker / Simon Spruyt
Le Lombard
78 pagina’s

Verschenen op 13/02/2025

De serie

Na zijn expedities in Valmy (deel 1) en België (deel 2) vinden we Dragon Dragon terug in het Italië-leger van de jonge Napoleon Bonaparte. Hij is nog steeds de schlemielige, oversekste antiheld die  zich al te vaak in de nesten werkt, maar er toch telkens in slaagt de situatie in zijn voordeel te doen kantelen.
Juncker en Spruyt leveren opnieuw een knotsgek album af dat danig op onze lachspieren werkte. De geschiedenis wordt zo nu en dan flink in haar hemd gezet. De humor van de auteurs is om van te smullen.
Het verhaal begint in 1796 in Lodi met de eerste veldslag van Napoleons Italiaanse campagne. De strijd wordt ingeleid met een lofdicht dat de dapperheid van het Franse leger bewierookt. Dragon loopt er echter de kantjes af en probeert zo het strijdgewoel te ontlopen. Zijn vriend Anselme, eigenlijk het geweten van Dragon, probeert hem op het rechte pad te houden, maar zal daar tot zijn eigen ergernis in dit verhaal andermaal niet in slagen.
Onbeholpen helpt hij let leger aan de overwinning en komt zo in de gunst van Napoleon. Hij maakt kennis met de schilder Antoine-Jean Gros, aangeworven om de Franse krijgsdaden te illustreren. Hier zien we Dragon als exhibitionist, als hij naakt poseert voor schilderijen bestemt voor Joséphine, toen nog de prille bruid van Napoleon. Later in het album zal hij dit kunstje nog eens herhalen als hij gevangen genomen wordt door Italiaanse vrijheidsstrijders. Een zeer leuke gimmick vinden we op pagina 16 wanneer Gros de grootte van Dragons geslacht schat.
Van bij de eerste ontmoeting is hij in de ban van de “Generalin” en haalt alles uit de trukendoos om ze in zijn armen te krijgen. Dit is niet naar de zin van Hippolyte Charles, haar geheime minnaar. Voor de rest van het avontuur krijgen de twee het aardig met elkaar aan de stok.
Met de “vitesse” van een TGV snelt het verhaal er vandoor, bij momenten pure slapstick. We vallen van de ene “stunt” in de andere.
Door zijn grootspraak overtuigt Dragon Napoleon om met zijn campagne door te gaan tot in Wenen, tot wanhoop van Anselme. Hij schopt het zelfs tot persoonlijke lijfwacht van Joséphine. Een poging om te deserteren loopt bijna faliekant af, maar hij weet de situatie toch in zijn voordeel te keren en redt daarenboven ook nog Napoleons leven.
Op een geheel originele manier breien de auteurs een einde aan de reeks. In een epiloog maken we een sprong naar het Parijs van 1830, de Julirevolutie, waar Dragon in ware “Misérables-stijl” zelf de barricades beklimt, maar ook geconfronteerd wordt met een oude vijand, Louis Philippe van Orléans, die op punt staat koning van Frankrijk te worden. Deze laatste heeft na de slag van Valmy (deel 1) nog een eitje te pellen met Dragon en maakt een einde aan de confessies van Dragon Dragon.
Naast het dolkomische scenario is het ook genieten van de historische figuren en – gebeurtenissen die in dit fictieve verhaal verweven zijn. De zwierige, soms wat karikaturale tekenstijl van Simon Spruyt past bij het geheel. De “reproducties” van een reeks bekende schilderijen zijn de kers op de taart. Zo zijn er knipogen naar de “Kindermoord te Betlehem” van Rubens (pag. 17), “Napoleon op de brug bij Arcolevan Antoine-Jean Gros (pag. 64), “Slag bij de brug van Arcole” van Horace Vernet (pag. 59) en als uitsmijter “De Vrijheid leidt het volk” van Eugène Delacroix (pag. 74)
Bij het lezen goed gelachen en vaak gedacht aan strips met dezelfde humor zoals: “Het goud van de Zwendelaar” en “Kaamelott”, zelfs aan “Blackadder”. Toch doodzonde dat zo’n kolderieke reeks hier stopt! Hallo, Le Lombard misschien nog even overdenken! (HV)

Sprokkels en Brokkels

Galjoenen en slagschepen à volonté

De Grote Zeeslagen 23 Çesme
Jean-Yves Delitte
Glénat
48 pagina’s

Verschenen op 13/02/2025

De serie

De reeks “De Grote Zeeslagen” heeft sinds 2017 al 23 albums lang een plaatsje in onze stripbib, maar tot op heden heeft er nog geen enkele aflevering onze “recensie-plank” gehaald. Met bijna gemiddeld drie albums per jaar is dit één van de productiefste series van de laatste jaren, de Rode Ridder even buiten beschouwing gelaten ;).
Jean-Yves Delitte, bedenker van de reeks, verzorgt de scenario’s en de tekeningen. Voor een aantal albums werd beroep gedaan op een andere tekenaar.
De titel verklapt het al. In deze stripreeks worden de belangrijkste zeeslagen uit de loop van de geschiedenis gereconstrueerd. De albums zijn stuk voor stuk gebaseerd op nauwkeurig onderzoek. Naast het verslag van de zeeslag is er telkens nog een tweede verhaallijn gezien door de ogen van de historische figuren die er aan deelnamen. Voor zijn research gaat Delitte altijd te rade bij het Franse “Musée de la Marine”. Met zijn tekenkunst heeft hij zijn plaats onder de bekende tekenaars en schilders van maritieme taferelen verdiend. Hij is op zijn best als hij galjoenen en slagschepen uit de 16de, 17de en 18de eeuw mag tekenen.
In deel 23 belicht Delitte een voor ons onbekende zeeslag in de Egeïsche zee uit de Russisch Turkse oorlog van 1768. Misschien vond hij inspiratie in de huidige oorlog in Oekraïne, want aan het einde van het Russisch Ottomaans conflict lijfde Catharina De Grote, de toenmalige tsarina, Oekraïne in bij haar rijk.
Na een kat en muisspel en enkele schermutselingen treffen beide vloten zich in de baai voor de Turkse havenstad Çesme. Dankzij informatie van de Griekse rebellen schakelen de Russen onder leiding van Graaf Orlov het hele Ottomaanse eskader uit. De oorlog zal echter nog vier jaar woeden. Pas in 1774 wordt een vredesverdrag ondertekend.
In het randverhaal maken we kennis met een aantal bijfiguren. Luitenant Gortsjakov, een artillerie officier, wordt bij gebrek aan kanonniers overgeplaatst naar de marine als batterijcommandant. Aan boord van zijn schip maakt hij kennis met Pjotr, een lichtgeraakte matroos, die moeilijk om kan met kritiek. De samenwerking tussen die twee loopt voor de luitenant faliekant af.
Het scenario is niet echt spannend spannend, maar geeft stap voor stap de opbouw naar de definitieve slag weer. De verteltrant is wat aan de trage kant. Delitte geeft de plot van het randverhaal al vroeg in het album prijs (pag. 5). Het verhaal is dus één lange flashback.
We zijn onder de indruk van de paginagrote prenten van de slagschepen en de gruwelijke strijd op zee. De tekenaar schetst het ruwe leven aan boord en brengt de werking van een kanonnen-batterij prima in beeld.
De knappe cover bevestigt nogmaals Delitte als begenadigd scheepstekenaar. Zijn personages daarentegen lijken te vaak op elkaar en geven een eentonige indruk.
Wij appreciëren zijn albums omdat ze onze blik op dat deel van de gescheidens, waar we niet zo in thuis zijn, verruimen en ons laten genieten van de prachtige driemasters.
Blijkbaar kan Deliite niet genoeg krijgen van de Russisch Ottomaanse oorlog want in april verschijnt de volgende episode van “De Grote zeeslagen, de slag bij Sinop”.
Nog een weetje : eind dit jaar komt Delitte bij Glénat met een gloednieuwe serie “De Grote Scheepsrampen”. De eerste titel zal “De Lusitania” zijn. We kijken uit naar de vertaling. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Aangrijpend realistisch

Charley’s Oorlog 10 Het einde
Pat Mills / Joe Colquhoun
Uitgeverij Hum

Verschenen op 18/92/2025

De serie

“Charley’s Oorlog” is een graphic novel over een jonge soldaat in de Eerste Wereldoorlog. Een klassieker uit de Britse stripgeschiedenis met in de hoofdrol Charley Bourne, een doorsnee “Tommy”, niet bijzonder intelligent en sterk, maar een held uit de arbeidersklasse.
Deel 10 is het afsluitende deel van de reeks. Op pag. 10 vinden we de korte inhoud van de negen vorige albums.
Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de Grote Oorlog verscheen in 2014 de eerste bundeling.
Charley liegt over zijn leeftijd om dienst te kunnen nemen. Nog maar 16, belandt hij op de slagvelden van Frankrijk en zal er blijven tot de wapenstilstand in 1918. Charley overleeft er “De slag aan de Somme” (1916), “De mijnenslag bij Mesen” (1917)”, “De derde slag bij Ieper” (1917), “De muiterij van Étaples” (1917), “De tankslag bij Cambrai” (1917) en een gevangenname door de Duitsers. In de loopgraven ervaart hij dat de werkelijkheid een stuk grimmiger is dan gedacht. Het is niet alleen het gevecht tegen de vijand, maar ook het opboksen tegen het weer, de modder, het ongedierte, de dodelijke nieuwe wapens, de stugge legertradities en de ouderwetse bevelvoering. In dit laatste deel breken de geallieerden eindelijk door de Duitse linies, terwijl de “Spaanse griep” vernietigend huishoudt in Europa en ver daar buiten. Als de wapens in november 1918 eindelijk zwijgen, kan Charley nog niet naar huis, maar belandt hij met het Britse leger in de Russische burgeroorlog tegen de “Bolsjewieken”. Na een uitzichtloze strijd vol ontberingen en de ijzige Siberische koude blazen de Britten de aftocht. Het album eindigt wat abrupt met een sprong naar de jaren 1930, naar het Verenigd Koninkrijk in een diepe economische crisis en een werkloze Charley die verstrooiing vindt in de bioscoop waar “King Kong” volle zalen trekt. “King Kong” zien we in het begin van dit verhaal op een recruteringsposter van het Amerikaanse leger en op het einde op een filmaffiche.
Origineel verscheen “Charley’s War” in wekelijkse afleveringen in het stripweekblad “Battle Picture Weekly”, vandaar dat elk album uit verschillende hoofdstukken bestaat. Elke episode start met een samenvatting van de vorige. De reeks verscheen voor het eerst in de 200ste editie van “Battle” in 1979 en liep tot 1993. Bijzonder dat een anti-oorlogsverhaal verschijnt in een pro-oorlogsblad.
Album 10 telt 33 afleveringen en begint met een historische duiding rond het einde van WO I. De auteurs gaan prat op de historische accuraatheid van het verhaal. Zo was het ons onbekend dat Britse soldaten meevochten in de Russische contrarevolutie in 1919. Net zoals in de vorige delen geeft de scenarist achteraan het album commentaar op elke episode. Hiermee plaatst hij het verhaal in het juiste perspectief. Pat Mills richt zijn pijlen op het establishment, het beleid, de regering en de legerleiding. Voor hem zijn de enige winnaars van deze oorlog de oorlogsindustrie en de grootindustriëlen.
Charley’s oorlog is een verhaal met verschillende lagen. Het is een aanklacht tegen de zinloosheid en de gruwel van de oorlog, tragisch, maar toch bij momenten humoristisch. De hoofdpersonages zijn sterke karakters, zonder heldenwaarden uit te dragen. Er is ook aandacht voor de klassenstrijd binnen het leger en daarbuiten, voor de oorlog gevoerd door arme piotten, over de kling gejaagd door de hogere officieren. Deze laatsten worden door de tekenaar karikaturaal op papier gezet.
Joe Colquhoun schept een zeer realistisch beeld dat binnenkomt. Hij weet de gruwelen en ontberingen van de oorlog pakkend weer te geven. De gevechtstaferelen zijn subliem. Elke episode staat bol van de actie. Het zwart-wit geeft de oorlogsellende een extra dimensie.
“Charley’s Oorlog” is een aangrijpende realistische strip. We vonden het meer dan de moeite om de serie te lezen. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Een “slow love story” in tijden van oorlog

Soldaat-Hovenier
Een liefde tussen hemel en hel
Joris Vermassen
Beeldroman
480 pagina’s
Borgerhoff & Lamberigts

Verschenen op 12/03/2025

Ruim vijf jaar werkte Joris Vermassen aan zijn beeldroman “Soldaat-Hovenier, een liefde tussen hemel en hel”. Het resultaat is een joekel van bijna 500 pagina’s. De auteur had die vijf jaar nodig om vanuit het dagboek van zijn grootvader, Alois Vermassen, een beeldroman te destilleren. Zijn grootvader evolueert in het verhaal tot een fictief personage. Het verhaal overstijgt het dagboek van de grootvader.
Op 9e kunst.nl staat er een blog over the making of. In een achttal blogspots kan je de totstandkoming van het boek nalezen.
“Soldaat-Hovenier” vertelt in één lange flashback het verhaal van Alois van bij het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914 tot op het einde in 1918. Alois, een Vlaamse hovenier, neemt in 1914 afscheid van zijn geliefde Clothilde, om te gaan vechten tegen de Duitse troepen. Al gauw ervaart hij de verschrikkingen van de oorlog. In het strijdgewoel ontmoet hij zijn vriend Raymond Samyn, met wie hij de ganse oorlog bevriend zal blijven. Ondanks de onhebbelijkheden van Raymond blijkt hun vriendschap hecht. Als het aan het front niet echt lukt, worden ze werksoldaten. Ze worden overgeplaatst naar Vernon sur Seine om er te helpen aan de opbouw van de Belgische militaire vakschool ter heropleiding van de zwaargekwetsten van de oorlog. Hier wordt Alois verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van de moestuin en de boomgaard. Op één van zijn vele wandelingen in de natuur ontmoet hij Marie, toevallig de meid van Claude Monet, de bekende kunstschilder. Alois is op slag verliefd, een coup de foudre, maar de gedachte aan het thuisfront zorgt er voor dat de liefde eerder platonisch blijft. Ondanks zijn seksuele verlangens blijft hij trouw aan zijn Clothilde die in Vlaanderen op hem wacht. Zo wel voor Marie als Alois blijft het verlangen naar elkaar mentaal zwaar om dragen. Tussendoor introduceert ze hem bij Claude Monet. Ze kunnen meteen goed met elkaar opschieten. Alois is onder de indruk van de pracht van Monet’s tuin en wordt zelfs een tijdje zijn tuinman. Toch wel briljant van de auteur om hier het dagboek te verlaten en het liefdesverhaal te situeren in Monet’s Giverny.
Als Marie later sterft aan de Spaanse griep, praat Alois zichzelf een schuld aan, een straf voor het niet toelaten van Maries liefde.
Aan het einde van de oorlog keert Alois met een zwaar gemoed terug naar Clothilde om er het gewone leven weer op te pikken. Hij draagt er de gedachte aan Marie als een zware rugzak mee.
Het boek begint en eindigt in1970 waar Alois in het Monet-museum mijmert naar zijn gelukkige tijd in Giverny.
Naast het getekende verhaal volgen we ook de briefwisseling tussen Alois en zijn verloofde Clothilde. Uit die brieven blijkt het wederzijds respect voor elkaar, maar ontbreekt toch de passie.
De verschillende hoofdstukken worden ingeleid door literaire verzen van Reiner Maria Rilke. Als lezer sta je toch even stil om over deze citaten te reflecteren. Ook Alois vindt troost in het werk van de Duitse dichter.
“Soldaat-Hovenier” is een zeer gelaagd verhaal, maar niet echt een oorlog-oorlog verhaal. Het liefdesverhaal speelt zich af tegenover de historische achtergrond van de Eerste Wereldoorlog. Het decor evolueert van de ruwe oorlog naar de pracht van Monet’s tuin en schilderijen. De personages zijn fysiek en mentaal gehavend. Deze beeldroman gaat vooral over liefde, eenzaamheid, heimwee, trouw en ware vriendschap. De protagonisten vinden troost en steun in de helende kracht van de natuur en de kunst. Zo verandert de “mindsetting“ van Alois volledig bij elke natuurwandeling. De schoonheid van het landschap verlicht zijn hart en geest.
Het beperkte kleurenpalet dat Joris Vermassen gebruikt past perfect bij de sfeer van het verhaal. De tekeningen zijn sober, maar toch voldoende gedetailleerd.
Voor “Soldaat-Hovenier” moet je als lezer eens goed gaan zitten en de tijd nemen om deze “slow love story” te laten binnenkomen. Niet alleen in volume en gewicht is deze beeldroman een klepper. Het is vooral een artistiek pareltje, een diep menselijk verhaal. Een echte aanrader!! (HV)

Joris Vermassen op het net:
Joris Vermassen in Culture Club
Website Joris Vermassen

Sprokkels en Brokkels

Een voltreffer

Tramp 12 Valstrik op zee
Jean-Charles Kraehn / Roberto Zaghi
Uitgeverij Hum
56 pagina’s

Verschenen op 25/03/2025

De serie

Acht jaar na het overlijden van tekenaar Patrick Jusseaume komt uitgeverij Hum met de vertaling van deel 12 van de maritieme saga Tramp, het eerste deel van een tweeluik. Het scenario is nog steeds van de hand van Jean-Charles Kraehn. Roberto Zaghi vervangt op schitterende wijze Jusseaume.
“Valstrik op zee” is een avonturenverhaal van de bovenste plank, met alles er op en er aan: knap uitgewerkte personages, intriges, actie, suspense, liefdesperikelen. Vanaf de eerste pagina slaat de vlam in de pan en het blijft spannend tot de laatste. Het verhaal situeert zich in de jaren 1950 tussen de havenstad Rouen en de Franse koloniën.
In “Tramp” draait alles rond Yann Calec, kapitein van het “liberty-ship” de “Pierrick”. Nadat hij midden in een storm een zinkend schip aantreft, ontdekt Calec dat niemand van de bemanning, op een papegaai na, het heeft overleefd. De meesten zijn op gruwelijke wijze om het leven gebracht. Wat is hier aan de hand?
Het zit Calec niet mee, want terug aan land stuurt zijn vrouw Rosanne op een scheiding aan en vindt hij maar geen nieuwe vracht voor zijn schip. De louche reder van het vergane schip biedt hem een vracht aan. Argwanend gaat hij er op in. Wanneer er door die reder verdachte bemanningsleden aan boord komen, vergroot het wantrouwen en gaan de poppen aan het dansen. De consternatie vergroot nog wanneer de autoriteiten alle contact met de “Pierrick” verliezen.
Het album eindigt met een karrevracht cliffhangers. 
Wat is er gebeurd met de “Pierrick”? Vinden ze hem nog terug? Wie zit er achter de moordpartij op het gezonken schip? Hoe loopt het af met Calecs vrouw nadat ze aangerand werd door de reder? Kan de papegaai helpen om alle mysteries te ontsluieren?
Stof genoeg om nu al uit te kijken naar het vervolg “De gevangenen van St Paul” dat in het Nederlands verschijnt op 30 mei 2025.
Naast de meeslepende verhaallijn zorgt de vlotte grafische stijl van Zaghi voor de nodige vaart in het verhaal. De actiescènes staan knap op papier.
Wie graag een uurtje geniet van een pittig avontuur moet niet twijfelen, de nieuwste Tramp is een voltreffer.
Voor de fans: deel 14 is ook al getekend en komt dit jaar nog uit in het Frans. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Geen woorden, maar beelden!

de magnifieke Monet 2 Giverny
Luc Cromheecke
Oogachtend
56 pagina’s

Verschenen op 12/03/2025

In deel twee van het drieluik laat Luc Cromheecke ons in zijn eigen cartooneske stijl binnenkijken in het leven van Claude Monet, “de grootste impressionist aller tijden”.
Het blijft niet alledaags om een tekstloze strip uit te brengen. De auteur echter volhardt en gaat door op het elan van het eerste album en ook het tweede deel is een “stomme” strip. Hij heeft er voor gekozen om in zijn biografie de grootmeester te tonen in de laatste veertig gelukkige jaren van diens leven. In deel één volgden we de schilder naar Étretat, deel twee brengt ons naar zijn huis “Le Pressoir” in Giverny, vlakbij de plek waar de rivier de Epte uitmondt in de Seine. Wij zien Monet in zijn dagelijkse doen en laten. Hij geniet van zijn prachtige tuin.
Een groot deel van het album gaat over wat hij doet bij slecht weer in de herfst en in de donkere winterdagen. Monet leeft op het tempo van de natuur en als een bezetene probeert hij de steeds veranderende natuurfenomenen vast te leggen. Hij is streng voor zichzelf, als het resultaat hem niet bevalt, breekt hij de doeken in stukken en stookt ze op.
Het blijft een prima vondst om het leven van Monet alleen visueel weer te geven, net als je een schilderij aanschouwt. Cromheecke laat de prent voor zichzelf spreken. Geen woorden, maar beelden. De lichtvoetige, schalkse tekenstijl geeft alles nog een extra dimensie. Het album heeft iets slapstickachtig, een buitenbeentje in stripland. Als animatie zou deze reeks vast leuke filmpjes opleveren.
Wie vindt dat de beelden toch te weinig vertellen is er achteraan in het album een vlot leesbaar dossier.
Dit is een reeks die je meerdere keren ter hand neemt en “leest”. Het dossier zet ons bij de tweede / derde leesbeurt aan om de prenten nog aandachtiger te bekijken.
Als het de bedoeling was om op een “ludieke” manier (jonge) lezers te laten kennismaken met Monet dan is dat zeker geslaagd. Je leest dit boek met een “smile” op je gezicht, je wordt er zowaar vrolijk van. Net zoals Monet genoot van zijn leven en werk, zo ook voel je dat de tekenaar met plezier dit boek heeft gemaakt.
Benieuwd welke Monet Luc Cromheecke ons in het laatste album van het drieluik serveert.(HV)

Sprokkels en Brokkels

Romeinse hulk op zoek naar het licht

Brigantus 2 De Pict
Hermann / Yves H.
56 pagina’s
Uitgeverij Le Lombard

Verschenen op:13/03/2025

Brigantus 1. Verbannen

Ondanks zijn toch al hoge leeftijd blijft grootmeester Hermann aan een aardig tempo albums afleveren.
Het slotdeel van het tweeluik Brigantus is weer zo’n echt Hermann album. In een donkere vijandige sfeer volgen we de Romeinse legioensoldaat, Melonius Brigantus, met zijn centurie op weg naar een geïsoleerd fort in het hart van het land van de Picten (Schotland). Brigantus is een door de Romeinen opgeleide vechtmachine, een afgewezen persoon in een monsterlijk lichaam. Een Romeinse “Hulk” op zoek naar een plek waar hij geaccepteerd zal worden, een plek waar hij het licht zal zien. Wanneer Brigantus door de Romeinen van verraad wordt beschuldigt, moet hij het fort verlaten. Hij ontwaakt bij de Picten die hem nauwelijks beter gezind zijn dan de Romeinen. Hij is een Romein voor de Picten en een Pict voor de Romeinen. Hij wil zich wreken op de legioensoldaten die hem als een bastaard beschouwen en kiest voluit de kant van de Picten. Dit alles leidt tot een portie bloedvergieten en een onwaarschijnlijke plot. Wie beslist over het lot van Brigantus? Zal hij het licht zien?
Yves H. zorgt voor een vrij klassiek scenario. De enscenering zit nog steeds goed in mekaar. Het verhaal van Brigantus is een bloedige tragedie, een tweestrijd tussen trouw aan het legioen en de haat tegen de vuilbekkende collega soldaten. De afgehakte hoofden vliegen ons om de oren, niemand wordt gespaard.
De tekeningen stralen nog steeds kracht uit, maar hebben aan precisie ingeboet. De mistige decors, nochtans een kolfje naar de hand van de meester, lijken iets te veel op elkaar. Hetzelfde kan je zeggen van de personages. Zo zijn de Romeinse soldaten moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Dat dit niet meer de beste Hermann is moeten we aanvaarden. Toch is het voor een 86-jarige een huzarenstukje om nog zo’n kwaliteit af te leveren. Hij blijft een begenadigd striptekenaar en kan nog steeds als de beste een beklemmende sfeer creëren. Diehard fans zullen dit tweeluik zeer waarderen. Kritische lezers zullen zeggen dat vader en zoon teren op hun naam. Aan u de keuze. Wij hebben alvast van het verhaal genoten. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Een klassieker, ook in de 9de kunst

Gone with the wind 2
Pierre Alary
Standaard uitgeverij
154 pagina’s

Verschenen op 13/03/2025

Deel 1

Het blijft een gewaagde onderneming om een klassieker uit de film- en literatuurwereld te verstrippen, maar Pierre Alary is er toch aardig in geslaagd om het verhaal van Margaret Mitchell, die met het boek in 1937 de Pulitzerprijs won, boeiend in beeld te brengen.
Deel twee van deze Amerikaanse saga start op de ruïnes van de successieoorlog. Atlanta ligt in puin en Scarlett O’Hara is wanhopig op zoek naar geld om het familielandgoed Tara te redden. Het behoud van Tara is voor haar een obsessie voor de rest van haar dagen. Wanneer Rhett Butler haar niet wil/kan helpen, gaat ze geobsedeerd door het geld, in overlevingsmodus en trouwt ze met Frank Kennedy. Rhett blijft echter de rode draad in haar leven en met tussenpozen vechten ze verbaal hun haat-liefde verhouding uit. Na de dood van haar tweede man vraagt hij Scarlett ten huwelijk en breekt er voor het koppel een zorgeloze periode aan, maar de schaduw van haar liefde voor Ashley Wilks hangt over hun relatie, een relatie met ups en downs. Na de dood van hun dochter Bonnie vergaat Rhett van verdriet en verlaat hij Scarlett. Op haar wanhopige vraag: “Wat moet ik nu doen?” antwoordt hij met één van de meest iconische zinnen uit de filmgeschiedenis: “Frankly my dear. I don’t give a damn!”. Het verhaal heeft eigenlijk een open einde. Scarlett beseft te laat dat Rhett haar enige liefde is en verlangt er naar om zich met hem maar ook met haar familie te verzoenen.
Het werk van Alary is een huzarenstukje, al te samen bij 300 pagina’s knap tekenwerk. Hij weet het maatschappelijk tijdsbeeld goed te vangen en dompelt ons onder in één van de woeligste periodes uit de Amerikaanse geschiedenis.
Hij heeft Margaret Mitchells tijdloze meesterwerk alle eer aan gedaan en omgezet naar een prachtige beeldroman, een pageturner! Scenario, tekenstijl en kleurenpalet vloeien hier perfect in elkaar.
Net zoals de film en het boek pakt ook dit tweeluik je meteen vast en laat je zelfs na de laatste pagina niet los. De eigenzinnige Scarlett blijft nog een tijdje door je hoofd spoken.
Gone with the wind is en blijft een klassieker, ook in de 9de kunst. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Een sociaal geëngageerde thriller

Makkelijke prooien 1 Hyena’s
Miguelanxo Prado
Uitgeverij Lauwert
96 pagina’s

Verschenen op 31/03/2025

Uitgeverij Lauwert heeft stilaan een patent om ons op regelmatige basis nieuwe pareltjes van graphic novels voor te schotelen. Het is niet de eerste maal dat ze een ons onbekende auteur leert kennen. Deze keer gaat het om de Spanjaard Miguelanxo Prado. Voor de diehard stripfanaat waarschijnlijk geen onbekende, voor ons een ontdekking. Prado is bij ons bekend van Ardalén, Krijtlijn en Kronieken van de onlogica.
Het op waargebeurde feiten gebaseerde “Makkelijke prooien. Hyena’s” is het eerste deel van een hedendaagse misdaadthriller die zich afspeelt in het Galicische A Coruña. Dit terwijl Spanje zwaar gebukt gaat onder een moordende financiële crisis en vooral de modale spaarder de dupe is.
Recherche-inspectrice Olga Tabares en haar assistent Carlos Sotillo worden geconfronteerd met een zevental moorden in evenveel dagen. Een direct aanknopingspunt vinden ze niet, maar toch lijkt het hen verdacht dat alle slachtoffers werkzaam zijn in de banksector. Later blijkt dat zes van de zeven vergiftigd zijn met cyanide. Hebben ze hier te maken met een seriemoordenaar? Uiteindelijk leidt een spoor hen naar een woonzorgcentrum. Een aantal bewoners zijn het grootste deel van hun vermogen kwijt gespeeld aan dubieuze beleggingen hen aangepraat door arglistige bankmedewerkers. Hun haat tegenover de bankwereld is enorm. Wanneer de speurders wat druk zetten op de”oudjes”, komen de bekentenissen als vanzelf. In enkele flashbacks zien we hoe een aantal gedupeerden hun wraak plannen. Alleen de zevende moord verloopt niet zoals gepland, maar komt ook op hun conto.
Als blijkt dat de verdachten over elk slachtoffer een dossier hebben, worden ze doorverwezen naar een volksjury. Inspectrice Tabares, die innerlijk aan de kant van de opgelichte bejaarden staat, uit openlijk haar twijfels of de daders wel schuldig zullen worden bevonden. Wordt vervolgd!
Voor wie mocht twijfelen wie de makkelijke prooien zijn en wie de hyena’s, maakt de prent op de achtercover veel duidelijk.
“Makkelijke prooien. Hyena’s” is niet zomaar een doorsnee misdaadverhaal, maar een sociaal geëngageerde thriller. Prado doet hier een aanklacht tegen de straffeloosheid van de financiële wereld die zonder scrupules met twijfelachtige contracten weerloze mensen offert op het altaar van het blinde winstbejag en speculaties. Een aanklacht tegen de onbeschaamde witte boord criminelen.
Het is niet dat dit album overloopt van de ondraaglijke spanning, maar Prado doet stapsgewijs het relaas van het moordonderzoek en maakt de lezer pagina na pagina nieuwsgieriger om de waarheid te ontdekken. Prima opbouw van het scenario. De auteur toont ons hoe degelijk politiespeurwerk in zijn werk gaat. De rechercheurs zijn gewone mensen met begrip voor de daders.
Het realistische tekenwerk is subliem, knappe nauwkeurige prenten, mooie aquarellen! De tekenaar is voor ons een revelatie. We gaan beslist op zoek naar eerder werk van hem.
Nog dit: tijdens het lezen gingen onze gedachten vaak naar de reeks “Krasse Knarren”, waar ook een stelletje balorige bejaarden hun eigen strijd tegen het establishment voeren, weliswaar in een andere context.
Benieuwd naar het verdict in deel twee. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Pittige western

Catamount 4 De verlossing van Catamount
Benjamin Blasco-Martinez / Gaet’s / Albert Bonneau
Uitgeverij Microbe
64 pagina’s

Verschenen op 05/04/2025

De reeks

Voor we aan het vierde album van Catamount begonnen, hebben we eerst nog eens ten volle genoten van de drie vorige delen. Voor ons blijft Catamount één van de beste westerns van de laatste jaren. Zonde dat uitgeverij Microbe ons vier jaar liet wachten op dit deel.
Gaet’s puurde een spetterend scenario uit het werk van Albert Bonneau “La Rédemption de Catamount”, “De verlossing van Catamount”. Nadat deel drie op een ware climax eindigde, gaat deze aflevering op hetzelfde elan door.
Catamount is uitgegroeid tot een vechtmachine, een revolverheld zonder weerga, wel belust om het onrecht dat zijn familie is aangedaan te wreken. We vinden hem terug aan de oever van de Big Blue rivier ergens op de grens tussen Kansas en Texas, opgejaagd door Pinkerton detectives en de plaatselijke sheriff en zijn posse. Op een verlaten ranch vindt hij onderdak bij een oude vrouw, die hem uit de handen van zijn achtervolgers weet te houden. Als wederdienst belooft Catamount haar aan lager wal geraakte zoon te zoeken en hem thuis te brengen. Vanaf hier slaat de vlam in de pan en krijgen we een rollercoaster van actie en geweld. Het verhaal breidt nog uit wanneer de zoon verwikkeld is in een conflict met een opdringerige rancher. Ook dit varkentje weet onze held wel te wassen. En all’s well that ends well als de zoon met zijn verloofde en een veestapel terugkeert naar zijn moeder. Catamount speelt nog een kat-en-muisspelletje met de corrupte sheriff, maar trekt dan zoals het een “ridder” betaamt nieuwe horizonten tegemoet. Komt er toch nog een vervolg?
“De verlossing van Catamount” is qua scenario wellicht niet het sterkste deel van de serie. Misschien iets te makkelijk gewonnen om nog eens een gedwongen verkoop van een ranch te gebruiken. We zagen dit al passeren in deel twee en drie. Maar desondanks blijven alle ingrediënten voor een pittige western aanwezig: spanning en actie van begin tot einde, bloederige gevechtsscènes en schietgrage bad guys.
Naast het schrijfwerk van Gaet’s zijn het toch bovenal de tekeningen van Blasco-Martinez die ons bekoren. Wat heeft die man het “western-tekenen“ in de vingers, om van te smullen. In zijn categorie is hij toch echt wel een topper!
Meegesleept door het verhaal lazen wij dit album aan een razend tempo. Eénmaal er aan begonnen is de spanning zo opgebouwd dat je pagina na pagina verslindt.
Voor wie deze reeks nog niet kent, niet twijfelen, dit is een top western!
Ondanks het open einde en de nog beschikbare “Catamount-verhalen” in de reeks van Bonneau heeft de uitgeverij aangekondigd dat dit het laatste deel in de reeks is. Jammer of misschien toch maar beter eindigen in schoonheid. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Warrig verhaal, virtuoos getekend

Marshal Bass 11 Klotegeld
Darco Macan / Igor Kordey
Silvesterstrips
56 pagina’s

Verschenen op 02/04/2024

De serie

Het avontuur van Marshal River Bass blijft een buitenbeentje in de western-strips. River Bass, gebaseerd op de eerste Amerikaanse zwarte marshal Bass Reeves is het atypische hoofdpersonage van deze reeks. Bass, vader van een kroostrijk gezin dat moeite heeft om de touwtjes aan elkaar te knopen, heeft een chronisch gebrek aan geld en laat zich lijmen als de eerste de beste. Bovendien heeft hij ook zijn huidskleur niet mee.
In het voorlaatste deel van de serie draait alles om geld, “klotegeld”.
Na de dood van zijn baas kolonel Helena (zie deel 10) vinden we Bass als vlijtige huisvader terug in zijn thuishaven Dryheave Arizona. Al gauw roept het avontuur. Hij kan niet weerstaan aan het aanbod van een malafide premiejager. Dik tegen de zin van zijn vrouw trekt Bass er op uit om een smak geld binnen te rijven. Bij zijn afwezigheid probeert de familie op haar manier te overleven. De grootvader vormt met zijn kleinzonen een stelletje kruimeldieven. In dienst van de plaatselijke pastoor ondernemen de vrouwen een delicate klus. Ze moeten 5000 dollar losgeld bezorgen, om een meisje van goede huize vrij te krijgen. Zo wat alles wat de familie heeft aanvaard loopt in het honderd. De opdracht van Bass loopt af met een sisser. Opa en zijn gang overvallen de vrouwen en gaan er met het losgeld vandoor. Ondanks deze tegenslag slagen de vrouwen er toch in om met het nodige geweld het gegijzelde meisje te bevrijden. Wanneer Bass zich berooid thuis meldt, wordt hij door zijn vrouw aan de deur gezet. Het verhaal eindigt met een anticlimax. Twee jaar later zien we de aan lager wal geraakte Bass liggen in een goot in een achterbuurt van San Francisco. Wat is er in die tussentijd met de marshal gebeurd? Stof voor het laatste album.
De verschillende verhaallijnen lopen dit maal wat verwarrend door elkaar. Het verhaal springt bij momenten van de hak op de tak. Het gedoe om het losgeld is nu ook weer niet de origineelste vondst.
De aparte tekenstijl van Kordey maakt echter veel goed. Het begint al bij de knappe cover. Zijn werk getuigt van veel virtuositeit. Het is één van die strips waarbij je de prenten meerdere keren moet bekijken. Telkens komen er nieuwe facetten in beeld. Typisch voor Kordey’s Marshal Bass is de dubbelpagina in elk album. Deze keer kiest hij voor een herfsttafereel, een knap getekende “droneview” van de villa van zijn erfvijanden, de familie Defoe. Met als pittig detail, Bass in een compromitterende houding. 
“Klotegeld” is zeker niet het beste album uit de reeks, maar biedt toch meer dan voldoende lees- en kijkplezier. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Fascinerend verhaal met een boodschap

Getekend door de Holocaust
Annick Cojean / Tamia Baudouin / Théa Rojzman
Dupuis Vrije Vlucht
128 pagina’s

Verschenen op 13/03/2025

Het aantal stripverhalen over de Holocaust in onze collectie is op twee handen niet te tellen. “Getekend door de Holocaust” is echter niet het zoveelste in de rij. Door de aparte invalshoek, men vertrekt vanuit het verhaal van de “survivors”, biedt het een ander perspectief.
Dit album is de verstripping van een diepgravende reportage, die de Franse journaliste Annick Cojean in 1995 maakte voor het gerenommeerde dagblad “Le Monde”. Haar werk “Les mémoires de la Shoah” werd in 1996 bekroond met de “Prix Albert Londres”.
Het boek onderscheidt zich van de meeste andere Holocaust-verhalen omdat het in hoofdzaak niet de tragedie van de Shoah beschrijft, maar een beeld schetst van de impact ervan op het leven van de overlevenden en hun nazaten. Het verhaal begint dan ook met de vraag “Hoe gaan de overlevenden en hun kinderen, de “mirakelkinderen”, om met die zware last? “Mirakelkinderen” waren niet verondersteld geboren te worden, net zoals hun ouders niet verondersteld waren te overleven.
Opmerkelijk is dat Cojean niet alleen de Joodse slachtoffers aan het woord laat, maar ook de erfgenamen van de Nazi’s, die op hun manier ook de Holocaust met zich meedragen.
In haar voorwoord vertelt ze hoe haar reportagereeks gegroeid is en stelt ze vast dat 30 jaar later de schaduwen van de Holocaust zich blijven opstapelen en het antisemitisme nog steeds “sluimert”. Onder het motto “Dit nooit meer” pleit ze om de Holocaust een meer centrale plaats te geven in het geschiedenisonderricht. Ze betreurt dat de genocide op de Joden geen andere heeft kunnen voorkomen. De gebeurtenissen in Gaza maken dit des te schrijnend. We vragen ons af, leren we niets uit het jammerlijke verleden.
Rojzman giet de teksten van Cojean in een pakkend scenario en Baudoin zorgt voor de aangrijpende beelden. De auteurs brengen een bundeling van ooggetuigenverslagen van de naziterreur in de concentratiekampen, van de getto’s in Polen tot Auschwitz.
Naar kleur en opbouw geven de tekeningen prima weer hoe de verschillende slachtoffers met hun gevoelens worstelen. Men toont hoe elk individu met zijn/haar trauma omgaat en er probeert mee te leven. Dat er nazi-kinderen zijn die hun ouders veroordelen, lijkt ons logisch, maar confronterend is dat er ook zijn die achter de keuze van hun ouders staan en nu nog steeds met de Nazi-gedachte dwepen. Rudiger Hess, zoon van Rudolf, is daar het toonbeeld van.
Het voorlaatste deel van het album brengt de Joodse nakomelingen en de Nazi-kinderen samen. Wat volgt is een verwarmende dialoog die leidt tot wederzijds begrip en de deelnemers aanzet om de boodschap van Annick Cojean, “Dit nooit meer”, uit te dragen.
In het laatste artikel zien we hoe de verschillende nakomelingen, elk op hun manier de Shoah bespreekbaar maken in het onderwijs en daarbuiten.
We zijn onder de indruk van de ontroerende getuigenissen, maar ook van de zeer expressieve prenten.
“Getekend door de Holocaust” is een fascinerend verhaal met een boodschap die na 30 jaar nog steeds binnenkomt. Dit album verdient zijn plaats in elke school/klasbibliotheek. Een ideaal boek om als didactisch materiaal te gebruiken in de geschiedenisles. (HV)

Sprokkels en Brokkels

When Nero meets Urbanus

De avonturen van Nero en Co
De Babbelkousen
Willy Linthout / Ann Smet
Stichting Marc Sleen
Uitgeverij Bonte
32 pagina’s
zwartwit

Verschenen op 29/04/2025

Sinds 1 januari 2025 zijn de rechten op de Nero-figuren van Marc Sleen beschikbaar voor het publiek. Willy Linthout, tekenaar van 201 Urbanus-afleveringen, laat deze kans niet voorbij gaan en brengt samen met scenariste Ann Smet  een nieuwe Nero-reeks uit, een eigen interpretatie van de avonturen van Nero en Co. Linthout is hiermee niet aan zijn proefstuk toe. In 1982 tekende hij met toestemming van de meester Marc Sleen zelf “De zeven van Zeveneken”.
In “De Babbelkousen” krijgt Nero te maken met een knorrige belastinginspecteur. Na bedwelmd te zijn met een waarheidsserum verklappen Nero’s kousen dat hij jarenlang geen belastingen betaalde op zijn 218 avonturen. Om zijn schulden aan de fiscus af te lossen wordt Nero op pad gestuurd om achterstallige taksen te innen. Dit loopt niet echt van een leien dakje. Na heel wat capriolen belandt Nero in Lokeren, Oost-Vlaanderen, op het volksfeest “Koveken” in de Heirbrugwijk waar het verhaal een hilarische afloop kent. Zoals het hoort, eindigt ook dit album met de traditionele wafelenbak, waarmee elk Nero-verhaal eindigde.
“De Babbelkousen” is een oer-Vlaams old school Nero-verhaal. De tekeningen van Linthout bezorgen ons een nostalgisch gevoel naar de tijd waar we de klassieke zwartwit Nero’s verslonden.
Al waart de geest van Marc Sleen door het verhaal, toch hebben we vaak het gevoel een Urbanus-album te lezen. Misschien vindt de  allergrootste in de Nero-hemel de mix van de twee verhaalstijlen opperbest. Wie zal het zeggen?
Dat Linthout en Smet fervente Sleen adepten zijn, tonen ze door een hele rist figuren uit het Nero-universum de revue te laten passeren. Naast de vaste hoofdrolspelers zien we de Kapoentjes, Jan Spier, Piet Fluwijn en Bolleke, Ricardo en de cast uit album 17 “De ring van Patatje”.
Het is lovenswaardig dat Linthout zijn verhaal ent op gebeurtenissen in zijn eigen heimat en ons op een Vlaams reuzenfeest vergast. Een beetje reclame voor de eigen streek kan geen kwaad.
“De Babbelkousen” is een meer dan verdienstelijke poging om Nero te doen herleven. We hopen dat de volgende aflevering toch nog iets meer Nero wordt. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Knappe historische strip

Legio Patria Nostra
3. Tierras Calientes
Jean-André Yerlès / Marie-Antoine Boidin
Daedalus
64 pagina’s

Verschenen op 21/03/2025

De serie

In Legio Patria Nostra draait alles om het Franse Vreemdelingenlegioen en de historische veldslag die het op 30 april 1863 leverde in Camarón, Mexico. De eerste twee delen, ons getipt in de plaatselijke bib, waren veel belovend en konden ons meteen bekoren. In deel drie gaan de auteurs op hetzelfde elan door. Met deze historische actiereeks leveren ze een geslaagde mix van waargebeurde feiten en verzonnen nevenfiguren. Aan de basis van deze reeks ligt een medaillon van een voorvader, kapitein van het legioen, van de scenarist Jean-Antoine Yerlès.
Centraal in het verhaal staan een aantal imponerende goed uitgewerkte personages. De hoofdrollen zijn weggelegd voor Casimir Laï, de tamboer van de compagnie, zijn vrienden Zedie, kapitein “houten hand” Danjou en enkele kameraad soldaten.
Na een slopende overtocht meren de protagonisten aan in Vera Cruz, waar de gele koorts “vomito negro” lelijk huishoudt. Casimir is op zijn hoede voor de Moor, de moordenaar van zijn vriend Dino (zie deel 1), die zich onder een valse identiteit bij het legioen heeft aangemeld. Wanneer er een konvooi georganiseerd wordt om wapens en goud naar de stad Puebla te brengen, krijgen kapitein Danjou en zijn mannen de opdracht om de route te verkennen. De tocht is bepaald geen pretje. De wegen door de “Tierras Calientes” (letterlijk hete aarde) zijn een echte beproeving. Bovendien is er een verrader in de gelederen. Wanneer ze door Mexicaanse guerrillero’s aangevallen worden, verschansen ze zich in een haciënda in het dorpje Camarón. Hier kan het gevecht beginnen, maar dit zal voor deel vier en vijf zijn.
Opnieuw weet Yerlès de spanning prima op te bouwen. Naast de historisch correcte feiten leert hij ons de mannen van het legioen, met hun kleine en grote beslommeringen, kennen en begrijpen. Legio Patria Nostra is niet alleen het motto van het Vreemdelingenlegioen, maar ook het verhaal van een van het pad afgeweken jongen die rust vindt in het legioen, het verhaal van een onhandige leidersfiguur die een legende zal worden, het verhaal van een nederlaag die zal uitgroeien tot een voorbeeld, het verhaal van een uniek legerkorps.
Net als in de vorige albums begint “Tierras Calientes” met een scène uit de beroemde veldslag. Hier lichten de auteurs al een tipje van de sluier van hoe deze historie zal eindigen.
Via een flashback komen we meer te weten over de houten hand van kapitein Danjou. Achteraan in het album vinden we nog een verklarend dossier over de gele koorts.
De tekeningen, de paginaopbouw en de koppen van de personages spreken ons geweldig aan. Knap werk van Boidin, ons bekend van “De oorlog van de Sambers”!
Dit verhaal heeft alles wat een goede historische strip moet hebben: goed onderbouwd scenario, de nodige actiescènes, een vleugje melancholie en knappe tekeningen. Misschien toch wel een pareltje in de schaduw van meer gekende reeksen. We kijken uit naar het vervolg en einde van deze beklemmende  serie.(HV)

Sprokkels en Brokkels

Prachtige uitgave

1629 … of het vreselijke verhaal van de schipbreukelingen van de Batavia
1. De apotheker van de duivel
Xavier Dorison / Thimothée Montaigne
Standaard uitgeverij
136 pagina’s

Verschenen op 15/05/2025

Alleen al door naar de omslag van een boek te kijken, kan je instant een “coup de foudre” krijgen. Wel “1629” is er zo één: knappe cover, prachtige uitgave!
“1629” is het waargebeurd verhaal dat begint in de gouden eeuw in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In het begin draait alles om het VOC spiegelretourschipDe Batavia”, een vrachtschip voor het vervoer van goederen en personen van en naar Nederlands Indië. Later staat de bemanning centraal.
Op 29 oktober 1628 vaart de Batavia onder leiding van opperkoopman François Pelsaert van Amsterdam naar Java, het hoofdkwartier van de “Vereenigde Oost-Indische Compagnie” met aan boord een aanzienlijke voorraad goud. Op 4 juni 1629 lijdt het schip schipbreuk op het Morning Reef voor de Australische kust, het begin van de bloedigste pagina uit de maritieme geschiedenis. Hoewel grotendeels gebaseerd op waargebeurde feiten, blijft het verhaal fictief. De auteurs hebben feiten en fictie met elkaar verweven om hun waarheid te vertellen.
Dorison en Montaigne zorgen voor een schitterend album maar zijn niet de eersten die de ramp met de Batavia beschrijven. In de stripwereld zijn ze in 2009 voorafgegaan door de reeks Jeronimus, uitgegeven bij Daedalus. De oudste uitgave dateert van 377 jaren geleden. In 1648 schreef ene Joost Hartgers “De ongeluckige voyagie van ’t schip Batavia nae Oost-Indien”.  De auteurs hebben zich op dit werk gebaseerd en gebruiken enkele prenten als schutbladen tussen de vijf hoofdstukken.
Scenarist Dorison, ons bekend van o.a. “Beestenburcht” en “Undertaker”, geeft de eer aan onderkoopman Jeronimus Cornelisz, een intrigant hors categorie, om het verhaal te becommentariëren. Als uitgewezen apotheker is hij van meet af aan uit op wraak op het VOC. Zijn gekonkel verziekt de sfeer aan boord en leidt tot een poging tot muiterij, die mislukt. Hij overtuigt de kapitein schipper Adriaen Jakobsz om van de gewone route af te wijken om later een nieuwe poging te ondernemen. Zijn plan gaat echter opnieuw niet door, want de Batavia loopt onverwacht op een rif in de buurt van een eiland. Schipper Jakobsz en opperkoopman Pelsaert laten de gestrande bemanning achter en proberen hulp te halen in Java. Kan het nog erger worden? De titel van deel twee: “Het rode eiland” voorspelt alvast weinig goeds.
Naast de intriges onder de mannen, is er de knappe Lucretia Jans, die op weg is naar haar man, een VOC koopman, in Java. Haar aanwezigheid zorgt voor de nodige commotie aan boord. Ze vindt een bondgenoot in de jonge marsgast Wiebe Hayes.
“1629” is een verhaal over menselijke relaties, over strikte hiërarchie, over de gebeurtenissen aan boord, een aanklacht tegen de slechte behandeling en de beestige levensomstandigheden van de doorsnee bemanning. Van bij de afvaart is er een zwaar beladen stemming aan boord. Alleen wie wanhopig is vaart mee met een schip van de VOC, luidt het.
In dit knap getekende eerste deel worden de verschillende karakters scherp neergezet en wordt de sfeer steeds onheilspellender. Snedige dialogen geven extra pit aan dit drama. Krijgen we een geweldsexplosie in het vervolg?
Dorison verwijst in zijn voorwoord naar “De teloorgang van de ziel”, het complete ontbreken van elke vorm van empathie bij een bepaalde groep mensen met als gevolg sadisme en slachtpartijen.
De tekeningen en de pagina-opbouw zijn op niveau van het album. Het kleurenpalet past prima bij de dreigende sfeer aan boord. Duidelijk dat Montaigne kan putten uit zijn ervaringen met de serie “Prins van de nacht”.
Wat geldt voor het verstrippen van een roman, geldt ook voor het verstrippen van historische feiten: het is een moeilijk evenwicht tussen het origineel en de bewerking. De auteurs leveren een titanenwerk af. Zowel scenario en tekeningen van vaartuigen en kledij zijn accuraat. Wat een berg voorbereiding en opzoekwerk hebben ze hier verzet! Er zit veel creatieve diepgang in dit album. Voor ons wordt dit een van de toppers van 2025! Laat de prijs geen belet zijn. Het boek is het waard.(HV)

Sprokkels en Brokkels

Plezant, leerrijk leesvoer, een reeks met een eigen gezicht

Alexander De Grote
6 Het paard van Troje
Bart Proost / Barcas
Strips2Go2
48 pagina’s

Verschenen op 20/06/2025

De serie

De strip Alexander De Grote hebben we samen met onze kleinzoon ontdekt. Op het einde van de lagere school was hij volledig gefascineerd door de Griekse mythologie. De verhalen over de goden, halfgoden en hun relatie tot de mensen interesseerden hem uitermate. Hij maakte er zelfs een website over. Bij de plaatselijke stripspeciaalzaak werd zijn aandacht getrokken door het derde album uit de reeks “De sandalen van Hermes”. Zo kwamen we in de wereld van Alexander De Grote terecht. Ondertussen zijn er al gesigneerde albums in the house.
De auteurs brengen een parodie op de Macedonische veldheer, een mix van historische feiten en – personages met verzonnen dolkomische toestanden.
In deel zes gaat Alexander op zoek naar een geheim wapen om de Perzen van koning Darius III te verslaan. Hij krijgt het lumineuze idee om het duizend jaar oude Paard van Troje weer van stal te halen. Alexander en zijn vaste kompanen trekken naar Troje op zoek naar het Paard. Ze worden vanuit de lucht geschaduwd door zijn vader, de oppergod Zeus, in de gedaante van een zeearend, en diens vrouw Athena als een uil. Deze twee gevederde geven een beetje à la “Statler en Waldorf” commentaar op wat er beneden gebeurt. Darius III is ook niet van gisteren en stuurt er een stel ninja-achtige huurmoordenaars op af. Na heel wat capriolen vinden ze het Paard van Troje, maar dit blijkt in slechte staat te zijn. Als de huurmoordenaars in actie komen, voelt Zeus zich verplicht om zijn vermomming af te werpen en Alexander en co uit de hachelijke situatie te redden. All’s well that ends well en met wat goede raad van Athena kan Alexander terug naar zijn leger.
Bart Proost, die ons eerder al bekoorde met de diepgaande graphic novels “Caspar David Friedrich” en “Goya”, wil zich duidelijk niet vastpinnen op één genre en gaat hier met zijn  scenarist Barcas een heel andere weg op. Ze slagen er in om een humoristische strip te brengen die zowel een tiener van 15 als een opa van 66 kan smaken.
Ondanks dat ze op pagina acht een steekje onder water uitdelen aan de zogezegde recensenten, hebben we toch een poging gedaan om onze mening over het album te geven. Frisse humor brengen is niet makkelijk, maar de auteurs brengen ons toch aan het lachen. Naast een goeie portie humor, bij momenten slapstick, heeft dit verhaal nog meer te bieden. Er zijn vanzelfsprekend de verwijzingen naar de geschiedenis en de mythologie, maar ook actuele thema’s passeren de revue. Er is een knipoog naar de flexijobbers en de teloorgang van de winkelstraten in de steden ten voordele van de shoppingcentra in de rand. Het switchen tussen de vele personages geeft het verhaal de nodige vaart. Onze favoriet is de aan aanrakingsfobie lijdende “haptofoob” Diomedes. Hij zorgt vaak voor onverwachte actie. Aan dit laatste ontbreekt het in dit album niet. Het gaat er bij momenten heet aan toe.
De link van het Paard van Troje naar André Van Duyns “paard in de gang” is een leuke gimmick. Zoek maar uit op welke pagina dat staat?
De “sfeerwoordjes” die in de prenten buiten de tekstballonnen opduiken, zorgen voor het accentueren van de stemming van het moment.
De heel herkenbare eigen originele tekenstijl van Bart Proost associëren we al volledig met deze reeks. Een reeks met een eigen gezicht, zo hoort het!
We weten niet of de auteurs het in hun achterhoofd hebben om dit album voor educatieve doeleinden te gebruiken, maar we vermoeden het wel. Als gewezen onderwijzer zouden we dit verhaal toch wel graag in onze klas zien opduiken.
Het Paard van Troje is aangenaam, plezant, leerrijk leesvoer!
Voor wie er niet genoeg van kan krijgen is er nog de website https://alexanderdegrote.com/ . Hier ontdek je een interactieve wereld die de auteurs hebben opgebouwd rond de stripreeks. (HV)

Sprokkels en Brokkels