Homemadecooking by Hugo Vanderstraeten - sprokkels.en.brokkels@gmail.com

The best of 2024

De beste strips van het jaar zijn ...

Lijstjes met de naar onze mening beste strips en graphic novels van het jaar, zijn al jarenlang een traditie.

Op het einde van het jaar zitten de verhalen van de laatste maanden nog vers in het geheugen, maar over eerder verschenen albums hangt reeds een sluier van de tijd en raken ze vaak niet op de plaats waar ze horen te staan. We lijsten hier enkel de strips op, die ons echt raken. Zo krijgen we een accurate lijst. We voegen er meteen ook onze mening aan toe, m.a.w. onze eigen recensie. Het resultaat hieronder op de pagina. 

Virtuele lijst: de toestand op 17 juni 2024. Klik op de titels om de recensies te lezen.
De weg
De laatste koningin

Bouncer 12 Bloedbad
Loire
Contrapaso
Murena hoofdstuk 12 De dood van een wijze

Wanted Het bloedportret
– De strijd van Henry Fleming
Oradour De vermoorde onschuld
– De schele hond

Lonesome 4 Het territorium van de tovenaar
De gebroeders Rubinstein 4 De zonen van Zion
– Man van het jaar 16 – 1989 De onbekende van het Tiananmenplein
Man van het jaar 17 – 1975 De laatste Amerikaanse piloot in Saigon
Anne Bonny
Marshal Bass 10. Hell Paso
Wild West 4 Modder en bloed

Durango De Jonge Jaren  2. Vuur en Bloed
Samoerai 16 De sabel van de Takashi

Brigantus 1. Verbannen
Buonaparte 2. Oorlogsbuit

Klik hiernaast voor onze nieuwste recensies ⇒

Sprokkels en Brokkels

Te kaap’ren met een geëmancipeerde vrouw

Anne Bonny
Alessandro Ranghiasi / Matteo Mastragostino

144 pagina’s
Lauwert uitgeverij

Verschenen op: 30/01/2024

Het zou ons niet verwonderen mocht scenarist Mastragostino de mosterd voor deze piraten-biografie gehaald hebben bij “A General History of the Robberies and Murders of the most notorious Pyrates” een boek uit 1724 van Captain Charles Johnson, aka Daniël Defoe (auteur van Robinson Crusoe). Dit boek is een standaardwerk als het om zeerovers gaat. Het bevat verhalen over een hele resem piraten zoals “Blackbeard”, Anne Bonny en vele anderen en schiep het beeld van het piratenbestaan zoals wij het nu kennen: piraten met ontbrekende ogen of benen, de piratenvlag de “Joly Roger”, en zeerovers die schatten begraven.
De auteurs hebben niet zo maar voor de eerste de beste piraat gekozen, maar brengen ons het levensverhaal van een vrouwelijke piraat: Anne Bonny. Ze wordt geboren als Anne Cormac uit een verhouding van een rijke Ierse advocaat uit Cork en zijn keukenhulp Peg. Tegen de tijdszin in kiest Cormac voor zijn minnares en kind en start met zijn gezin een nieuw leven in het jonge Amerika. Van meet af aan staat de vrijgevochten Anne haar mannetje tussen de jongens. De vroege dood van haar moeder is een heftige kras op haar ziel. Ze zoekt troost in de lokroep van de oceaan. Hals over kop trouwt ze met de zeeman James Bonny, een klaploper die enkel uit is op haar vaders geld. Al gauw loopt hun relatie spaak. Het verhaal schakelt een versnelling hoger als ze stapelverliefd wordt op de mythische kaper Calico Jack Rackham, dezelfde Jack Rackham die Hergé inspireerde voor “Het geheim van de Eenhoorn” en “De schat van scharlaken Rackham”.
Vanaf dat moment schuimt ze samen met Jack en zijn bemanning de zeeën af en beleeft ze de sensatie van het grote avontuur. Ze ontmoet Mary Read, een gekende vrouwelijke piraat, en wordt zelf een legende. Het verhaal kent een anticlimax wanneer ze door de Engelsen overmeesterd worden en Jack aan de galg belandt. Maar toch is er meer of min een happy end als Anne met de hulp van haar vader de vrijheid herwint en ze in de ogen van haar dochtertje dezelfde blik van Jack ontwaart: de roep van de wijdse oceaan, de vrijheid!
Anne Bonny is een meer dan degelijke graphic novel. Naast een spannend avontuur is het vooral het verhaal van een vrouw die op haar vrijheid gesteld is, wars van goede raad van ouderen en meestal vallend op de verkeerde mannen. Een vrije vrouw die zich staande houdt in een mannenwereld, emancipatie avant la lettre. 
De tekenstijl van Alessandro Ranghiasi doet ons denken aan kleppers zoals Maël, Clément Oubrie, Vincent Bailey en zelfs Joann Sfar. Met lichte lijnen en een passend kleurenpalet slaagt hij er in zo wel knappe actiescènes als de gevoeligste emoties neer te zetten. Een zeer aangename kennismaking met het Italiaanse auteursduo: knappe ontdekking van Lauwert uitgeverij. We hebben 144 pagina’s geboeid gelezen. 
Niet alleen de “Jack Sparrows”, de “Roodbaards”, de “Surcoufs” en “Piraten van Barataria” onder ons, maar de stripliefhebbers in het algemeen zullen Anne Bonny appreciëren.
Nog dit : het boek opent met “Sloop John B”  een lied dat in ons collectief geheugen zit opgeslagen als een song van “The Beach Boys”, maar eigenlijk een oud piratenlied is, een traditional vanop de Bahama’s. Misschien onderstaand Spotify-lijstje met piratensongs op de achtergrond opzetten bij het lezen ;). (HV)

Sprokkels en Brokkels

Een uitsmijter van formaat: een echte Bouncer!

Bouncer 12 Bloedbad
François Boucq / Alejandro Jodorowsky
144 pagina’s
Standaard uitgeverij

Verschenen op: 14/02/2024

Vijf jaar heeft het geduurd voor de nieuwste “Bouncer” verscheen, maar het was het wachten meer dan waard. Wat een knaller! 144 pagina’s western van de bovenste plank! In tegenstelling tot de twee vorige delen werkten Boucq en Jodorowsky terug samen en het resultaat is een uitsmijter* van formaat. (*Nederlands voor Bouncer)
“Bloedbad” leest als een trein. Op elke pagina gebeurt er wel wat, een pageturner zonder weerga. Dit verhaal bevat alles wat een western hebben moet. Bovendien is het opnieuw een echte “Bouncer”: knappe verhaallijnen, duistere, ruige figuren, onconventioneel, soms extreem gewelddadig, vol verrassingen en plotwendingen, kortom spannend van begin tot einde. Dit alles wordt subliem in beeld gebracht in de geheel eigen tekenstijl van Boucq. Toch missen wij de vergezichten uit de vorige delen. Deze keer speelt het verhaal zich in hoofdzaak af in Bouncers schimmige hometown : Barro City.
Het album start onder een slecht gesternte wanneer de stad wordt overspoeld door een ware zondvloed. Zo erg dat zelfs de lijkkisten op het kerkhof wegspoelen. Zo is de toon gezet, maar toch is dit maar een schijntje bij de ellende die nog zal volgen. Niets zal nog zijn als er voor. Het goud van de afgezette Mexicaanse keizer Maximiliaan, dat Bouncer en co in deel 11 naar de plaatselijke bank brachten, trekt het grootste uitschot van het Wilde Westen aan. Een groep brutale artiesten, door de burgeroorlog geruïneerd, hebben een plan op poten gezet om de buit binnen te halen. Wanneer ze zich in Barro City aanmelden als soldaten van de regering om het goud in veiligheid te brengen, loopt de situatie volledig uit de hand. De goudkoorts leidt tot zwaar geweld en de stad stevent regelrecht op een bloedbad af. Bouncer zou Bouncer niet zijn als hij niet met het gajes afrekent. Voor Bouncer is het echter niet al goud wat blinkt want deze keer betaalt hij een zeer hoge prijs. Zowel zijn geliefde Yin Li, zijn trouwe volgeling Job de dwerg als zijn vriend Zeiss overleven het inferno van geweld niet. Dankzij een indiaanse bloedverwante weet Bouncer zich te redden, maar met het vervloekte goud wil hij niets meer te maken hebben en samen met zijn redster rijdt hij de horizon tegemoet.
Een pareltje van een western die ons drie delen lang in spanning hield, laat dan toch nog ruimte voor een vervolg. Dit album is aangekondigd als het laatste in de reeks, maar met het open einde mogen we misschien toch nog hopen op meer.
Het zou ons verwonderen mocht “Bloedbad” niet één van de betere strips van 2024 worden.
Samen met Blueberry blijft Bouncer voor ons dé cultfiguur van het western-genre. (HV)(

Sprokkels en Brokkels

Hoop op licht, hoop op een beter leven

Brigantus 1. Verbannen
Hermann / Yves H.
56 pagina’s
Uitgeverij Le Lombard

Verschenen op:14/02/2024

Als er iets nieuws verschijnt van de iconische stripauteur Hermann zijn we er als de kippen bij om ons exemplaar op te halen bij de plaatselijke stripspeciaalzaak. Naast zijn langlopende serie Jeremiah tekent Hermann regelmatig op scenario van zijn zoon Yves Huppen. Dit is ook het geval voor hun nieuwste creatie Brigantus. Yves H. bezorgde zijn vader een fikse uitdaging door het verhaal te situeren in de Romeinse tijd om precies te zijn anno 84 na Christus. Bovendien kiest hij niet voor Rome als decor, maar heeft het gebeuren plaats in de mistige, woeste uithoek van het Romeinse Rijk: het land van de Picten, Schotland.
Alles draait om Melonius Brigantus een legionair in het leger van Agricola, opgeleid om te moorden, die met zijn centurie onderweg is naar een vooruitgeschoven fort in het hart van het Pictisch gebied. Brigantus is een buitenbeentje, een bastaard, zoon van een hoer. Hij is oersterk en boezemt zijn collega soldaten angst in. Deze laatste proberen hem onder de duim te houden door hem te bespotten en te kleineren. Zijn trouw aan Rome en de droom om op een dag licht te zien aan het einde van de weg, houden hem staande. Wanneer hij zijn centurio het leven redt bij een schermutseling met de Picten vergroot de afgunst van zijn overste. Alleen “het groentje” in de groep heeft sympathie voor de mens Brigantus. In het Romeinse kamp beschuldigt men hem van verraad omdat hij een Pictisch meisje liet ontsnappen. Hij wordt uit het legioen gezet en als een hond het fort uitgejaagd. 
We zijn benieuwd of Brigantus in deel twee werkelijk het licht naar een beter leven zal zien en of het meisje met de blauwe ogen hem daar bij zal helpen? 
Yves H. levert hier een behoorlijk scenario af. Dit verhaal gaat niet zo zeer over de geschiedenis van de Romeinen in Schotland maar over een underdog, slachtoffer van negatieve groepsdynamiek, een uitgestotene op de rand van de maatschappij die ondanks alle ellende toch hoopt op het licht, een beter leven. Zoals vaker bij de familie Huppen worden de kleine kantjes van de mens belicht.
Een gewelddadig donker verhaal in een ruige setting in beeld brengen dat is echt een kolfje naar de hand van Hermann. Het is duidelijk dat Yves H. weet wat zijn vader graag tekent. De nestor van de Belgische strip slaagt er in een duistere onzekere sfeer te scheppen met veel aandacht voor het mistige landschap waar je zo verwacht de Picten te zien uit opdoemen. De aquarellen blijven top! Jammer toch dat  de “Hermann-koppen” allemaal iets te veel op elkaar lijken. Je vraagt je af: hebben we die kop niet eerder in een ander verhaal gezien? 
Al bij al is dit toch een prima album dat we geboeid hebben gelezen. Veel respect voor de 84-jarige die op zijn hoge leeftijd nog zo’n kwaliteit aflevert! Chapeau! (HV)

Sprokkels en Brokkels

Pittige western met maffe personages!

Wanted Het bloedportret
David Boriau / Steven Dhondt
102 pagina’s
Standaard uitgeverij

Verschenen op: 14/02/2024

Westerns doen het goed in stripland. Ze verschijnen immers met de regelmaat van de klok. Denken we maar aan kleppers zoals Undertaker, Bouncer, Marshall Bass en vele anderen. Om je als nieuwkomer te onderscheiden moet je over goede papieren beschikken. Het duo David Boriau en Steven Dhondt is er in geslaagd een pittig western-verhaal te brengen dat alle klassieke elementen van een western bevat, maar toch een fantasierijke insteek heeft. Een origineel scenario met een vleugje humor dat boeit van begin tot einde, hier en daar met een hoek af, een vrij klassieke découpage en maffe personages die tot de verbeelding spreken. Wat dacht je van “Mister Cuckoo”, een outlaw met een schietende koekoeksklok of van “Silent Rose”, een zwarte premie-jaagster die zich bedient van een revolver met geluidsdemper.
“Wanted” is het verhaal van Dull, een jonge Cheyene die zijn uitgemoorde stam en vooral zijn moeder wil wreken. Samen met Oscar Cayat, een rondreizende fotograaf, gaat hij op zoek naar de man met de verbrande wenkbrauwen en zijn bende. Ze reizen het Wilde Westen af om outlaws op te sporen en getuigenverklaringen te noteren. Aan de hand van die verklaringen kan Dull, die een zeer begaafde tekenaar blijkt te zijn, robottekeningen maken die zullen dienen als “Wanted-posters”. Bovendien beschikt hij over een soort helderziendheid, die hem op het spoor van de boeven zet. Deze gave zorgt voor een vleugje fantasy in het verhaal en tilt het album daarmee een niveautje hoger.
Als ze in een stadje een getuigenverklaring opnemen, voelt Dull de aanwezigheid van de bende van de man met de verbrande wenkbrauwen aan. In de plaatselijke saloon komt het tot een vuurgevecht met een bendelid. Vanaf hier dendert het verhaal met een rotvaart naar de climax. Alvorens finaal met hem af te rekenen, jent Dull de man zonder wenkbrauwen, die zichzelf niet in een spiegel wilt zien, door hem een met bloed getekend portret te tonen.
De tekenstijl van Stedho, waarmee we aangenaam kennis maakten in de trilogie “Red Rider”, geeft dit verhaal extra schwung. We hebben genoten van de wervelende actiescènes, fraaie decors, de warme gele oker kleuren, maar bovenal van de karakterkoppen en de soms lachwekkende “vette” boeventronies. 
Samengevat is dit meer dan een degelijke strip. Aangenaam om te lezen en bij het herlezen nog plezanter. Daarbij komt dat we met 102 pagina’s waar voor ons geld krijgen.
Alhoewel dit album een one-shot is, mogen Dull, Oscar en Silent Rose terugkeren. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Eéntje die aan de ribben plakt

De strijd van Henry Fleming
Steve Cuzor / naar Stephen Crane
150 pagina’s
Dupuis Vrije Vlucht

Verschenen op:14/02/2024

“De strijd van Henry Fleming” is de adaptatie van de bestseller “The Red Badge of Courage” van de Amerikaanse schrijver Stephen Crane uit 1895. De bewerking van Steve Cuzor, een joekel van 150 pagina’s, is er ééntje die aan de ribben plakt. Naast een aanklacht tegen de zinloze gruwel van de oorlog, is het ook een ode aan de gewone soldaat, speelbal van de generaals op het schaakbord van het slagveld.
Het verhaal situeert zich in 1863, in het midden van de Amerikaanse burgeroorlog, in de zuidelijke staat Virginia aan de Rappahannock River. We volgen de gedachten van de jonge boerenzoon Henry Fleming, die voor zichzelf een heldenrol ziet in de oorlog. Tegen de wil van zijn moeder in neemt hij vrijwillig dienst. Vanaf het moment van zijn inlijving sluipt echter de twijfel in zijn hoofd.Waar is hij aan begonnen?
Cuzor brengt geen historische chronologie van de burgeroorlog, maar wel een psychologisch portret van angst en twijfel, heroïek en oorlogsgruwel.
In afwachting van de strijd hinken de nieuwe rekruten op twee gedachten, enerzijds verlangen ze naar de actie, anderzijds verlamt de angst voor wat komen gaat hun geest. Bij de eerste confrontatie met de Zuidelijke vijand slaat de paniek toe bij Henry Fleming en gaat hij er vandoor. Dolend door de bossen voert hij een innerlijke strijd met zichzelf over de gevolgen van desertie.Terug bij zijn eenheid vangt hij een gesprek op van enkele generaals die zeer denigrerend zijn voor de gewone piot. Hij wordt er zich bewust van dat de gewone voetsoldaten slechts kanonnenvlees zijn. In de daarop volgende veldslag slaat zijn lafheid om in een blinde heldhaftigheid. Manhaftig wil hij de generaals van antwoord dienen en stijgt hij (over)moedig boven zichzelf uit, op het randje van zelfdestructie.
Na de zwaar bevochten overwinning moeten Fleming en zijn divisie zich op bevel van de generale staf terugtrekken naar hun basiskamp. De soldaten komen tot het besef dat ze gebruikt zijn in het strategisch steekspel van de oorlog. Met dit laatste wil de auteur nog eens de absurditeit van oorlog belichten.
Cuzor heeft dit verhaal ingedeeld in tien hoofdstukken telkens ingeleid met een tekening van een militair voorwerp. Hij werkt met monochrome kleuren. Met zwart een sepia groen slaagt hij er in om de sfeer te versterken. De realistische gedetailleerde tekenstijl getuigt van een knap staaltje vakmanschap. Indrukwekkend zijn de gevechtsscènes: een mist van stofregen, kruitdamp en sneuvelende soldaten, een waar inferno. Wezenlijk toont dit verhaal niet alleen de horror en de onmenselijkheid van de Amerikaanse burgeroorlog maar bij uitbreiding van alle oorlogen. In tijden van oorlog in Oekraïne en Gaza komt dit wel binnen.
Met dit album evenaart Steve Cuzor zijn meesterwerk “Een ster van zwart katoen” uit 2018. Een aanrader! (HV)

Sprokkels en Brokkels

Klassieke western met alles erop en eraan!

Durango De Jonge Jaren 2. Vuur en Bloed
Yves Swolfs / Roman Surzhenko
46 pagina’s
Uitgeverij Arboris

Verschenen op: 31/01/2024

Durango de serie

Je leest ze minder, de besprekingen van langlopende series en hun spin-offs. Vaak beschouwt men ze als commercieel bandwerk, soms zelfs pulp. Dit geldt echter niet voor “Durango de jonge jaren”. Begon deel één misschien nog wat aarzelend met het neerzetten van de personages en het decor, dan krijgen we in “Vuur en Bloed” een western met alles erop en eraan.
Yves Swolfs levert met dit scenario een spetterende “ouderwetse” western af. Alle klassieke ingrediënten zijn aanwezig: ruige cowboys, ruziënde veehouders, conflicten met indianen en halfbloeden, een niets en niemand ontziende huurmoordenaar, een aarzelende sheriff, intrigerende bankiers en rondzwervende geologen op zoek naar aardolie. Een pittige cocktail schitterend op papier gezet door Roman Surzhenko, die in zijn tekenwerk niet veel moet onder doen voor de meester zelf. Qua kleurenpalet sluit “Durango de jonge jaren” goed aan bij de moederreeks. Misschien is deze laatste met nog meer oog voor detail getekend.
Het verhaal draait om John Lane, die later de naam Durango zal krijgen. We zijn benieuwd hoelang Swolfs ons hierop laat wachten. 
John is een ontheemde rondzwervende jongen bij toeval getuige van de moord op drie cowboys. Hij zelf weet ternauwernood aan de “beroepskiller” te ontsnappen. Wanneer hij dienst neemt bij de grootste veehouder van de streek, verzeilt hij in een bloederige oorlog onder de ranchers. Als chaperon van zijn baas’ oudste dochter ontdekt hij wie de huurmoordenaar is, maar heeft voorlopig onvoldoende bewijzen tegen hem om hem voetje te lichten. Bovendien is hij getuige hoe die crimineel zijn baas afknalt. Na de dood van de veefokker komt de leiding van de ranch in handen van zijn twee dochters.
Zullen zij er in slagen om hun mannetje te staan in deze boze mannenwereld? Valt de ranch in handen van de vijandige buren of palmen de opdringerige bankiers hem in? Verwerven de oliebaronnen het land waarop ze een oogje hebben? Slaagt John Lane erin om de huurmoordenaar en zijn opdrachtgever te ontmaskeren? Kan de woede van de indianen getemperd worden? Wordt John Durango? 
Vragen genoeg om uit te kijken naar deel drie.
 “Durango de jonge jaren” doet ons bij momenten mijmeren naar Durango, Comanche en Blueberry. Of misschien is dit te veel lof, maar toch gunnen we de serie zijn plaats tussen de klassiekers! 
Ter zijde willen we nog even vermelden dat dit al de derde recensie is over een western in dit nog prille jaar. Om maar te zeggen dat het genre het meer dan goed doet in stripland. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Een kluwen van fictie en non-fictie

Buonaparte 2. Oorlogsbuit
Rudi Miel / Fabienne Pigière / Ivan Gil
58 pagina’s
Uitgeverij Daedalus

Verschenen op: 16/02/2024

Nieuw werk over de “Keizer”, daar zijn we als Napoleon-liefhebber als de kippen bij. Bij het verschijnen van Buonaparte 1 waren we zeer verheugd dat de auteurs gekozen hadden om de laatste fase van Napoleons leven op Sint-Helena te beschrijven. Ging het in deel 1 vooral over de reis van Napoleon naar Sint-Helena, dan gaat het in deel 2 “Oorlogsbuit” over de eerste jaren van zijn ballingschap op het rotseiland.
Bij aanvang van dit album wijzen de auteurs erop dat hun werk een mix is van feiten overgoten met een grote portie fictie. Zou dit echt zo gebeurd zijn ?
Naast het psychologische “gevecht” met zijn cipier, gouverneur Hudson Lowe, is de zoektocht naar de bergplaats van de Egyptische oorlogsschat de rode draad door het verhaal. Het vinden van de goudschat is een ware obsessie voor Hudson Lowe.
Voor het overige is dit album een aaneenschakeling van al dan niet waargebeurde feiten en anekdotes. Er wordt ook vaak teruggegrepen naar flashbacks van de expeditie In Egypte. Dit maakt het geheel wat verwarrend.
Het leven van Napoleon in zijn verblijf Longwood House komt eigenlijk maar als tweede verhaallijn aan bod. Zo wordt zijn verhouding met mevrouw de Montholon en de vriendschap met de jonge Betsy Balcombe belicht. Verder wordt Hudson Lowe steeds meer paranoia. Hij verscherpt de bewaking en hoopt via een code, hem door generaal de Montholon bezorgd, Napoleons brieven te ontcijferen en zo bij de oorlogsschat te komen. Wordt vervolgd.
Om de lezer toch wat duidelijkheid te geven tussen fictie en non-fictie in dit kluwen van weetjes wordt er achteraan in het album het een en ander verduidelijkt in een ruim historisch katern.
Ivan Gil levert opnieuw puik tekenwerk af. Een album met op zijn minst honderden gezichten tekenen, is geen sinecure. Ook de gedetailleerde interieurs, gebouwen en landschappen zijn top.
Op de keper beschouwd, vinden we dit een wat chaotisch verhaal, maar toch zijn we benieuwd hoe de auteurs in het afsluitende deel de laatste levensdagen van de “Keizer” in beeld zullen brengen en of er een echt spoor is naar de Egyptische oorlogsbuit of zijn de Engelsen als nog door “Napi” beetgenomen. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Een Japanse Rode Ridder

Samoerai 16 De sabel van de Takashi
Jean-François Di Giorgio / Christina Mormile
52 pagina’s
Uitgeverij Daedalus

Verschenen op: 16/02/2024

De serie

Samoerai volgen we al van bij de uitgave van het eerste deel “Het hart van de profeet” in 2007. Van meet af aan waren we fan van dit Japans strijders-epos. Met een gemiddelde van één album per jaar is dit één van de productiefste reeksen van de voorbije jaren. En toch vinden we dat deze steengoede serie niet altijd de aandacht krijgt die ze verdient. Dus hoog tijd voor een recensie op “Sprokkels en Brokkels”.
Samoerai speelt zich af in het feodale Japan (12de – 19de eeuw) waar bloedige clan-oorlogen woeden. Takeo, een jonge samoerai, zwerft het hele land door op zoek naar wraak en eerherstel. Zijn vader was één van de machtigste mannen van het land, die zijn macht en prestige verloor. Waarom is Takeo opgegroeid in een klooster? Waarom heeft zijn broer hem verlaten? Tijdens zijn zwerftocht gaat hij op zoek naar zijn broer en hoopt met hem ook zijn verleden terug te vinden.
In “De sabel van de Takashi” zijn Takeo en zijn verloofde Sayuri op weg naar het noorden in de hoop er de keizer te ontmoeten. Een hevige sneeuwstorm en een ingestorte brug noopt hen ertoe een onderkomen te zoeken in een klein verlaten dorp. Hier wacht hen een onaangename verrassing. Takeo wordt herkend door een oude vijand, een afgezant van de shogun, die meteen met hem wil afrekenen. Als later de afgezant en zijn handlanger onthoofd teruggevonden worden, schuift de plaatselijke corrupte landheer de Takashi, die achter de moorden zit, de schuld in Takeo’s schoenen. Als de landheer ook nog Sayuri ontvoert, slaat de vlam pas echt in de pan. Maar zoals steeds weet Takeo zich na een heldhaftig gevecht te redden. Samen met zijn vriendin vlucht hij uit het dorp en zetten ze de queeste naar de keizer verder op de hielen gezeten door diens militie. We zijn benieuwd welke wegen ze zullen bewandelen in deel 17 “Bloedschulden”.
De opbouw van het verhaal en de reeks heeft veel raakpunten met onze Vlaamse Rode Ridder. Samoerai, “de Japanse Rode Ridder”, staat voor dezelfde waarden als Johan van Horst. Takeo is ook op een lange queeste om bij de keizer te komen, wil zijn vaders eer te herstellen en met zijn verleden in het reine te komen. Hij neemt het op voor de zwakkeren, mensen in nood en is trouw aan zijn heer (keizer). Kortom hij staat voor ridderlijkheid.
Na zestien afleveringen blijft het scenario op niveau. Di Giorgio weet hoe je een Japans ridderverhaal spannend houdt. Hij heeft de stiel van stripmaker stevig onder de knie: geslaagde découpage en knappe paginaopbouw, zelden twee pagina’s met dezelfde indeling na elkaar.
Het tekenwerk van Mormile is verfijnd, met oog voor detail: flitsende actiescènes, gekletter van samoerai-zwaarden, paginagrote tekeningen en een cover om van te smullen. Ze is een waardige opvolger van Frédéric Genêt, die de eerste tien albums van de reeks en ook nog de cover van album 11 tekende.
Dat Samoerai zijn publiek heeft, bewijzen ook de spin-offs Samoerai legenden en Samoerai origine. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Een buitenbeentje in de wereld van de revolverhelden

Marshal Bass 10. Hell Paso
Darko Macan / Igor Kordey / Anubis
56 pagina’s
Silvester Strips

Verschenen op: 09/02/2024

De avonturen van River Bass, adjunct-marshal van de Verenigde staten, geïnspireerd op een van de eerste zwarte marshals Bass Reeves, blijft een ietwat exceptionele western met een atypische hoofdrolspeler en een aparte uitgesproken tekenstijl.
Marshal Bass, een zwarte vertegenwoordiger van de wet, is een buitenbeentje in de wereld van de revolverhelden. In het tiende album “Hell Paso” gaat het er als vanouds “lekker” ruw en gewelddadig aan toe.
Darko Macan kiest deze keer voor een scenario met twee verhaallijnen. Enerzijds volgen we Bass op zijn tocht door het Westen op zoek naar zijn baas, kolonel Helena en anderzijds krijgen we een beeld van hoe zijn familie zich weet te beredderen in hun thuishaven Dryheave Arizona.
Met de hulp van een stel valse Texas Rangers, oude vijanden uit deel 9, probeert Bass de kolonel te bevrijden uit het door een dodelijke epidemie getroffen El Paso. Tot overmaat van ramp wordt de stad belegerd door een Amerikaanse legereenheid o.l.v. een officier die dorst naar wraak op Helena. Wanneer deze zich weigert over te geven verandert El Paso in “Hell Paso”. Met behulp van een oude kennis, Doc Moon, (zie deel 3) weet Bass aan de uitspatting van geweld te ontsnappen.
In Dryheave Arizona doet zijn vrouw er alles aan om haar gezin draaiende te houden. Voor een extra inkomen besteedt Sheba haar zoon David uit aan de plaatselijke saloon-madame. David, nog te jong om op haar avances in te gaan, heeft een verborgen muzikaal talent. Hij is een begenadigd mondharmonicaspeler. Zijn eerste optreden in de saloon brengt de tent meteen in vervoering.
De eigen tekenstijl van Igor Kordey geeft de reeks een uitgesproken eigenheid. Het is voor ons elke keer uitkijken naar de centerfold-waardige dubbelpagina. Deze keer serveert hij ons een swingende blues saloon-scène: een knallend optreden van David Bass. De inkleuring van Anubis geeft elke prent de juiste sfeer. Vooral de donkere kleuren leggen de passende accenten. 
We zijn benieuwd welke weg River Bass op gaat nu zijn baas er niet meer Is. Blijft hij in het gezelschap van Doc Moon? Keert hij huiswaarts naar zijn vrouw die al zo lang op hem wacht? Vindt David zijn plaats in de saloon? Of gaat het verhaal nog een andere weg op? Laat deel 11 maar komen. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Gaaf tekenwerk van Lamontagne!

Wild West 4 Modder en bloed
Jacques Lamontagne / Thierry Gloris
48 pagina’s
Dupuis

Verschenen op: 13/03/2024

De reeks

Wild West doet zijn naam alle eer aan. Ook in deel 4 gaat het er lekker wild aan toe. We volgen de avonturen van de legendarische Wild West iconen Calamity Jane, Charlie Utter en Wild Bill Hickok. Het trio gaat in opdracht van de baas van de spoorwegmaatschappij Union Pacific op zoek naar de geheimzinnige scalp-moordenaar (zie deel drie). Ze laten Mud City achter in de handen van nog een westernlegende: Bass Reeves. Om de aanleg van de spoorweg tegen aanvallen van indianenstammen te beschermen, huurt Union Pacific een bataljon “Buffalo Soldiers”, zwarte soldaten, in. De komst van deze soldaten wordt in het album met een duidelijke quote beschreven: ze laten zwarten vechten tegen roodhuiden om de belangen van een blanke minderheid te beschermen. Het kapitalisme op zijn wreedst. 
Als de spoorwegmaatschappij een eeuwenoude indiaanse begraafplaats dynamiteert, slaat de vlam pas echt in de pan. Het komt niet alleen tot een bloedig treffen met de indianen, maar ook tot een afrekening tussen Wild Bill en de scalp-moordenaar.
Aan actie ontbreekt het in dit album zeker niet. Vanaf pagina drie is het bloed, zweet en tranen tot op het einde.
Het scenario is geen hoogvlieger, maar toch degelijk. Alle klassieke ingrediënten van het genre zijn aanwezig.
De gevechtsscènes op de dynamiet-trein, zes pagina’s lang, gaan er toch wel even over en komen na verloop van tijd wat lachwekkend over.
Het is vooral de knappe realistische tekenstijl van Lamontagne die ons bekoort. Gaaf getekend, vooral de dubbele paginagrote prenten zoals de indiaanse begraafplaats en de dynamiet-trein zijn van topniveau. Bovendien is de cover alweer een lust voor het oog. Nadat in de eerdere albums achtereenvolgens de koppen van Calamity Jane, Wild Bill Hickok en Charlie Utter op de kaft prijkten is het nu de beurt aan Bass Reeves. We zijn benieuwd wie er het volgende album siert?
Wild West is een doorsnee western, maar door het puike tekenwerk en de keuze om western-iconen de hoofdrol te laten spelen in een fictie-verhaal toch een aanrader voor de liefhebbers. 
Het is al de zesde western die we dit jaar bespreken. Het gaat duidelijk goed met het genre. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Als de laatste koningin verdwijnt, breekt de tijd der duisternis aan

De laatste koningin
Jean-Marc Rochette
240 pagina’s
Concerto Books

Verschenen op: 06/03/2024

Als de laatste koningin verdwijnt, breekt de tijd der duisternis aan” is het meest blijvende gezegde van deze graphic novel. Deze zin slaat niet alleen op het verdwijnen van de ongerepte natuur, maar ook op het verlies van een onvoorwaardelijke geliefde. Rochette levert met “De laatste koningin” een tragische liefdesgeschiedenis af. Een aangrijpend diep menselijk verhaal waarin de liefde, de natuur, de kunst en de kleine kanten van de mens centraal staan. Daarnaast is het ook een aanklacht tegen het blind vernietigen van de habitat van de grote (roof)dieren, de Europese bruine beer in het bijzonder. Maar bovenal is “De laatste koningin” een klepper van formaat, een prachtige strip.
Rochette vertelt het levensverhaal van Édouard Roux, die na bijna drie jaar aan het front in 1917 als “une gueule cassée” terugkomt van de Eerste Wereldoorlog. Vol van schaamte durft hij zijn gehavende gezicht aan niemand te tonen, zelfs niet aan zijn moeder. Een collega oud-strijder brengt hem in contact met Jeanne Sauvage, een Parijse beeldhouwster, die zich inzet om verminkte soldaten een nieuw gezicht te geven. Jeanne geeft Édouard niet alleen een nieuw aangezicht, maar ook een nieuw leven. Ze overtuigt hem dat niet hij maar de maatschappij schaamte moet hebben over wat ze hem hebben aangedaan. Er bloeit iets moois tussen de twee. Ze introduceert hem in haar kunstenaarscollectief. Hier ontdekt hij haar echte passie: het sculpteren van dieren. Édouard neemt haar mee naar zijn geboortestreek, het ongerepte Vercors-massief. In de “Cirque d’Archiane”, nu het nationaal reservaat van de Vercors, leven ze in harmonie met de natuur. Een beeld van een beer in een voorhistorische grot inspireert Jeanne om een prachtbeeld van die “De laatste koningin” te beeldhouwen. Het beeld van de beer gooit grote ogen op een Parijs’ kunstsalon. Na bedrog van een galeriehouder en wanneer er tuberculose bij Jeanne wordt vastgesteld keren ze terug naar de Vercors. Als ze aan de ziekte sterft, stort Édouards wereld in. Doelloos zwerft hij door het gebergte tot hij een uitgemergelde berin ontmoet. Hij werpt zich op als haar beschermer. Bij een klopjacht offert hij zich op, opdat deze laatste koningin kan ontsnappen. In een epiloog zien we de natuur herleven. Zijn offer was niet voor niets. De tijd der duisternis is niet voor nu meteen.
In flashbacks krijgen we een beeld van hoe de mensheid door de eeuwen heen afrekent met beren in het wild.
Het personage van Jeanne is gebaseerd op de beeldhouwster Jane Poupelet die van 1918 maskers maakte voor “des  gueules cassées”.
De tekenstijl van Rochette is misschien niet de meest bekorende, toch weet hij de juiste sfeer in zijn tekeningen te vatten. Vooral de vele prenten zonder tekst spreken voor zich. Het kleurenpalet versterkt de sfeer van het verhaal. De gelukkige momenten verdienden wat meer licht.
Dit krachtige verhaal is tot nu toe één van de betere strips van 2024. Niet verwonderlijk dat de Franstalige versie (2022) al enkele keren in de prijzen viel: Grand Prix RTL/BD 2022 / Grand prix de la BD–ELLE 2022 / LIRE-livre de l’année 2022. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Aangrijpende familiesaga met met actueel tintje

De gebroeders Rubinstein 
4 De zonen van Zion
Luc Brunschwig / Étienne Le Roux / Loic Chevalier
72 pagina’s
Uitgeverij Daedalus

Verschenen op: 22/03/2024

De serie

De serie “De gebroeders Rubinstein” is de aangrijpende familiesaga van twee joodse broers Salomon en Moses Rubinstein. Dit historisch verhaal speelt zich afwisselend af in de tweede helft van de jaren 30 en tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In deel vier zijn de broers van Frankrijk naar de VS gevlucht en vinden ze een onderkomen bij een bevriende filmimpresario. Het album begint met de première van de film “Gestolen Kinderjaren”. Onder de pseudoniem Sal Rubin heeft Salomon het scenario voor deze prent geschreven over zijn verblijf en ontsnapping uit een jeugdstrafkamp. De film lijkt een instant hit te zijn. Op deze eerste voorstelling maken ze kennis met een vrouwelijk lid van “De zonen van Zion”, een organisatie die zich, gebaseerd op de verklaring van Lord Balfour uit 1917, inzet voor de oprichting van een thuisland voor de Joden in Palestina. Moses voelt zich meteen aangetrokken tot het discours van “De zonen van Zion” en wordt actief lid van de actie. Dit lidmaatschap zal later leiden tot zijn verwijdering van de universiteit van Harvard.
Om promotie te maken voor zijn film wordt Salomon door zijn joodse filmbaas Warner (ja, die van Warner Bros) teruggestuurd naar Frankrijk. Hier wordt hij geconfronteerd met oude demonen uit zijn jeugd en ontmoet er een cinemamagnaat. Die man zorgde er voor dat hij onschuldig in een strafkamp belandde. De filmbons heeft zijn cinema-imperium te danken aan een blinde vrouw die voor hem het filmaanbod samenstelt. De vrouw is een jeugdvriendin van Salomon. Na een zoveelste uitbarsting van antisemitisme van haar baas, breekt ze met hem en kiest ze voor Salomon. Ze huwen en gaan op huwelijksreis naar Egypte om van daaruit in opdracht van zijn broer naar Palestina te trekken om er de eerste kibboetsen te bezoeken.   
De speling van het lot wil dat de film in Frankrijk verboden wordt en in Duitsland als Nazipropaganda gebruikt wordt.
Naast de belevenissen van de broers volgen we in flashforwards Moses in het bijzonder, die als kapper in het concentratiekamp Sobibor “een luxeleventje” leidt. Samen met zijn kappersassistente, die hij van de gaskamer wist te redden, probeert hij de verschrikkingen van het kamp te overleven. We voelen dat er een aanstaande opstand broeit. 
Hoewel we al in deel vier zijn, weet de lezer nog steeds niet hoe Moses in Sobibor is beland. Misschien in deel vijf of in de andere vier resterende delen?
“De zonen van Zion” en bij uitbreiding de hele reeks is een boeiend verhaal van begin tot einde. Deze goed gedocumenteerde serie schetst een pakkend tijdsbeeld. De makers slagen er wonderwel in om het levensverhaal van de twee protagonisten te vermengen met historische feiten. Er is aandacht voor het toenemend antisemitisme in Frankrijk in de jaren 30, de discriminatie van de Joden in de VS rond die tijd, de opkomst van de zionistische beweging, de verklaring van Lord Balfour, de opstand in Sobibor, het begin van de staat Israël en de eerste conflicten met de Palestijnen. Dit laatste maakt dat dit album aansluit bij het actuele conflict tussen Hamas en Israël.
Naast de scène met één van de Warner brothers is er ook een toffe gimmick met Charles Chaplin. 
Het scenario van Brunschwig staat als een huis en komt vanaf de eerste pagina binnen. De tekenaars brengen het verhaal met een klare lijn, goed uitgewerkte karakters en veel aandacht voor de emoties bij de verschillende personages. Het kleurenpalet zorgt steeds voor de juiste sfeer in de prenten. 
Dit is niet alleen een top historische strip, maar vooral ook een meeslepend verhaal. We kijken uit naar de nog vijf te verschijnen delen. Deel vijf is al uit in het Frans en deel zes verschijnt in de herfst van dit jaar. Dus uitgeverij Daedalus er ligt vertaalwerk op de plank! (HV)

Sprokkels en Brokkels

Wie is de “tankman”?

Man van het jaar 16 -1989 
De onbekende van het Tiananmenplein
Jean-Pierre Pécau / Gin / Scarlett
Uitgeverij Daedalus
64 pagina’s

Verschenen op 19/04/2024

De serie

Elk land heeft zijn eigen historische littekens. Sommige zijn amper gekend, andere hebben weerklank over de hele wereld. In de serie “Man van het jaar” belichten diverse auteurs gebeurtenissen die in ons collectieve geheugen gegrift staan. In deel 16 is de man van het jaar de onbekende “tankman” van het Tiananmenplein in Bejing. Het filmpje of de foto van de jongeman die een rij tanks stopt bij studentenprotest op Het Plein van de Hemelse Vrede is één van de meest iconische protestbeelden uit de wereldgeschiedenis. 
Op 15 april 1989 wordt het plein ingenomen door een menigte studenten die meer democratie eisen. Twee maanden bezetten ze het Tiananmenplein tot het Chinese leger op 4 juni gewelddadig  ingrijpt en honderden demonstranten op en rond het plein doodt. De rest van de wereld kijkt verbijsterd toe. De Chinese regering wil het protest ten gronde uitschakelen. Zelfs tot vandaag wordt er in China niet vrijuit gesproken over het bloedbad. De Chinezen hebben het over “6.4”, de vierde dag van de zesde maand van het jaar van de slang.
Het scenario komt met fictieve antwoorden op vragen die al 35 jaar onbeantwoord zijn. Wie is de “tankman”? Wat is er met hem gebeurd nadat hij door vrienden van het plein is weggeleid? Waarom zijn er tanks gebruikt om het studentenprotest te breken en geen oproerpolitie? Wat is er met de bemanning van de eerste tank gebeurd?
Het verhaal draait om de confrontatie tussen één van de Tiananmen-demonstranten, een studente die tien jaar na de feiten terugkeert naar Bejing en Shen, de gele schim, de verantwoordelijke voor het neerslaan van de opstand. De eerste blijkt de vriendin te zijn van de “tankman” en de tweede de vader. In een bitsige discussie worden oude wonden opengereten.
Via een hele reeks flashbacks krijgen we een beeld van de voorbereiding van de bezetting van het plein, de strijd van de studenten, de ontruiming van het plein en hoe het er op dat moment in de hoogste regionen van de Chinese communistische partij aan toe ging. Ook de invloed van de toenmalige Russische president Gorbatsjov op het gebeuren en het uit China smokkelen van het foto- en videomateriaal van het protest komt aan bod.
De auteurs zijn er in geslaagd om een goed opgebouwd verhaal te brengen waar fictie en non-fictie door elkaar lopen. Het geeft een angstwekkend beeld van hoe men in 1989 aan de top van de Chinese piramide dacht: “China is groot en we zijn met te veel. Dit land is niet te regeren op een andere manier. Er één doden om er duizend de daver op het lijf te jagen.”
We zijn niet ondersteboven van het tekenwerk van de Servische tekenaar Gin. In een realistische tekenstijl probeert hij het verhaal de nodige vaart te geven. Het was van 2015 geleden dat we nog een album van hem hebben gelezen: “Man van het jaar 3 -1815. De man die “merde” riep in Waterloo”. 
Als fan van de historische strip hebben we dit album zeker gesmaakt. We vinden het fijn om in de plooien van de geschiedenis te vertoeven. We hopen dat de redactie ons blijft verrassen met hun zoektocht naar de naamlozen die toch hun steentje bijdroegen aan de wereldgeschiedenis. 
We kijken uit naar het volgende album : “De man van het jaar 17 -1975. De laatste Amerikaanse piloot in Saigon”. Verschijnt op 17/05/2024. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Een cocktail van intriges

Murena hoofdstuk 12
De dood van een wijze
Theo Caneshi / Jean Dufaux / Philippe Delaby
Dargaud
64 pagina’s

Verschenen op 15/05/2024

De serie

Weinigen onder ons zullen betwisten dat Murena een van dé topreeksen is van de laatste jaren. Naar de scenario’s van Jean “de productieve” Dufaux worden we door Philippe Delaby (overleden in 2014) en zijn opvolger Theo ondergedompeld in de wereld van het antieke Rome.
“De dood van een wijze” is opnieuw een album van het hoogste niveau, zo’n album waar je niet op uitgekeken raakt: topscenario en bovenal toptekeningen. Een kunstwerk vol van finesse aangevuld met extra historische informatie.
In deel 12 draait alles om een complot tegen keizer Nero en de moord op zijn leermeester Seneca.  Dufaux toont andermaal wat voor een slangenkuil het oude Rome was. Hij slaagt er in om verschillende verhaallijnen te vermengen tot een cocktail van intriges, gekonkel, wantrouwen, geweld en losbandigheid.
Het verhaal wordt gedragen door Lucius Murena en een viertal protagonisten: keizer Nero, Hydra, slavin met een geheim, Lemuria, nymfomane intrigante, en Tigellinus, de op macht beluste raadgever van de keizer. 
Ongewild speelt antiheld Murena een rol bij het verijdelen van een complot om keizer Nero te vermoorden.
De slavin Hydra, die een gevoelig geheim deelt met Nero, (zie deel 11) is voor deze laatste de stok om Seneca te slaan en hem te laten vermoorden. Dit is Dufaux’ versie van de dood van Seneca. Bovendien helpt Hydra de samenzweerders o.l.v. senator Piso te ontmaskeren en terecht te stellen. Er is ook nog Lemuria (zie deel 11) die Rome afspeurt om haar minnaar Murena terug te vinden, die haar verlaten had nadat hij onder haar “betovering” was uitgekomen. Wanneer haar broer verdacht wordt van deelname aan het complot, komt ook zij in nauwe schoentjes. Door haar broer niet uit te leveren maakt Murena zich verdacht. Het moment waarop Tigellinus, keizer Nero’s oorfluisteraar, heeft gewacht. Het moment om Murena uit te schakelen en nog meer in de gunst van de keizer te komen. Bij een foltering van Lemuria breekt Murena en neemt hij de schuld op zich. Hij wordt ter dood veroordeeld. Nero, die nog zijn twijfels heeft over de ware drijfveren van Murena, geeft hem het voordeel van de twijfel en laat Hydra hem het rijk uit brengen. Wordt vervolgd.
Murena zou Murena niet zijn zonder de prachtige tekeningen van Theo, die zich een meer dan waardig opvolger van Delaby toont. Elke prent is een pareltje, uitgewerkt tot in het kleinste detail. Bekijk maar eens de gevechtsscènes op pagina 10 en 11 en de militaire uniformen op pagina 27: juweeltjes! De tekenaar geeft ons een knappe realistische weergave van het oude Rome. 
Met dit album eindigt de derde cyclus “De Complotten”. Het was een onregelmatige cyclus: deel 9 werd nog getekend door Delaby, de volgende drie zijn van de hand van Theo. Elke cyclus bestaat uit vier albums. De reeks begon met de cyclus van de “Moeder” gevolgd door die van de “Echtgenote”. We hebben dus nog een cyclus van vier albums te goed. Als dat geen goed nieuws is!
Volgens het nawoord van Dufaux staat de lezers nog een verrassing te wachten. Een terugkeer in de tijd als echo van een oude vriendschap, het soort band dat af en toe de tijd overleeft. We kijken er al vast naar uit! (HV)

Sprokkels en Brokkels

Wapengeknetter met een bovennatuurlijk randje.

Lonesome 4
Het territorium van de tovenaar
Yves Swolfs
Le Lombard
64 pagina’s

Verschenen op 15/05/2024

De serie

Als western-fan zijn we het aan onszelf verplicht om ons licht te laten schijnen op de jongste serie van Yves Swolfs, één van de oppermeesters van het genre en de geestelijke vader van de legendarische stripheld Durango.
Lonesome is een ruige gewelddadige western met veel wapengeknetter en een bovennatuurlijk magisch randje. 
Handig is dat de lezers die de eerste drie delen nog niet hebben gelezen op de eerste pagina van deel vier een samenvatting krijgen van wat er eerder gebeurde.
“Het territorium van de tovenaar” is het afsluitend album van een eerste cyclus waarin Lonesome, alias Elijah Dawson, samen met zijn halfzus, Miss Lyle, op zoek gaat naar de man die hun jeugd verwoest heeft: hun vader, senator Dawson. Bovendien is de senator betrokken bij een complot waarbij Europese bankiers proberen controle te krijgen over de Amerikaanse economie. Hij heeft zich verscholen op het domein van zijn opdrachtgever, de fanatieke, satanische sekteleider Cromley.
Bijzonder is dat Lonesomes halfzus werkt voor het Pinkerton Agency en deel uitmaakt van een posse die ook achter de senator aanzit. Noodgedwongen slaan de Pinkertons en Lonesome de handen in elkaar. Uiteindelijk komt het tot een bloedige confrontatie waarbij bijna iedereen behalve de hoofdpersonages het loodje leggen. Ook de senator sneuvelt en de leider van het complot wordt aan het gerecht uitgeleverd.
Van de bovennatuurlijke krachten die Lonesome in de vorige delen gebruikte, merken we weinig in dit laatste deel. Het magische pentagram dat zowel zus en broer op hun schouder dragen, maakt indruk op de senator en zijn trawanten.
Alhoewel er nog vrij weinig bekend is over een eventueel vervolg van de serie laat Swolfs ons toch met een hoop vragen achter. Hoe is Elijah zo’n niets of niemand ontziende moordmachine kunnen worden? Wat is de betekenis van het pentagram? Hoe zit het met de moeder van miss Lyle? Elijah trekt terug naar het Westen, terwijl zijn zus in New York blijft om speurderswerk te doen voor Pinkerton. Zal hij bereikbaar zijn om zijn zus eventueel ter hulp te schieten bij één van haar volgende opdrachten? We zijn benieuwd!
Dat Swolfs weet hoe je een spannende western in elkaar knutselt, staat buiten kijf. Ook nu weer is het scenario meer dan degelijk uitgebouwd. Knappe verhaallijnen, maar toch niet echt iets nieuws onder de zon. Soms hadden we het gevoel dat we een nieuwe aflevering van Durango aan het lezen waren, vooral omdat in dit deel het buitenzintuiglijke wat weg viel.
De tekeningen, in de kenmerkende stijl van de meester, zijn om van te snoepen. De prachtige blauwe ogen van Lonesome, de typische Swolfs koppen en de knallende gevechtsscènes blijven vakwerk van topniveau.
Wij hopen dat de grootmeester ons niet te lang laat wachten op een volgende cyclus. (HV)

Sprokkels en Brokkels

De Loire zien en sterven…

Loire
Étienne Davodeau
Concerto Books
104 pagina’s

Verschenen op 18/04/2024

Met “Loire” levert Étienne Davodeau opnieuw een prachtige graphic novel af. Een verhaal over de Loire en zijn bewoners, over gewone mensen met hun gewone besognes, zonder ingewikkelde plots, maar toch zeer boeiend en met de Loire als leidraad. Op de een of andere manier komt dit verhaal binnen en weet het bij ons een gevoelige snaar te raken.
Louis heeft van zijn ex-vriendin Agathe, die hij al geruime tijd niet meer ontmoette, een uitnodiging gekregen voor een samenkomst in haar huisje aan de oever van de Loire. Tot zijn verrassing is Agathe overleden en bovendien is hij er niet alleen. Agathe nodigde de vrouwen en mannen uit die iets in haar leven betekend hebben. Ze had een deal met het koppel dat haar huis kocht om al haar vrienden op de hoogte te stellen van haar dood en om een tijdje met elkaar door te brengen, zonder verdriet. Een soort feestje ter ere van de tijd die ze met Agathe doorbrachten. Ze zoeken samen de boom waar Agathes as is uitgestrooid. Als blijkt dat die plek is overstroomd en Agathe door de rivier werd meegenomen, gaat Davodeau de poëtische toer op. Haar as is verspreid, versnipperd, gedestilleerd, verdund, verdampt, vervlogen, ‘verstuifd’, verneveld net als haar liefdesleven. Terug aan de oevers van de Loire herbeleeft de ietwat norse Louis een trip down memory lane. Bij een zwempartijtje ervaart hij dat de rivier de baas is.
Als de dochter van Agathe langskomt, denken velen de vader te zijn. Louis ziet zelfs bepaalde trekken van zichzelf in de kleindochter, maar moet zich toch neerleggen bij de vrije liefde van zijn ex-vriendin. Zijn emoties en verstand botsen met elkaar. Wanneer een terminaal zieke vriend via mail antwoordt op Agathes uitnodiging, gaat Louis op bezoek en helpt de man bij zijn laatste wil: de Loire zien en sterven. 
Naast Louis, de vrienden en Agathes naasten is het eigenlijke hoofdpersonage van dit album de Loire. De auteur gebruikt de Loire als metafoor van hoe de moderne mens omspringt met de natuur, de rivier als relatie met een “opperwezen”. Hij houdt ons een spiegel voor van onze levenswijze en pleit er voor dat wij niet de natuur aan ons moeten binden, maar dat wij ons moeten aanpassen aan de natuur, ten slotte zijn we een onderdeel van een veel groter geheel waarin er geen wezenlijk onderscheid wordt gemaakt tussen mensen en niet-mensen. De echte natuur laat zich de mond niet snoeren. 
“Loire” is niet alleen een vertederend verhaal, maar vooral ook een prachtig getekend album. Schitterende aquarellen die ons alles tonen wat de Loire te bieden heeft. Een palet van zachte kleuren toveren de natuur van het rivierlandschap op papier: een ode aan de Loire-sauvage. Men voelt bij wijlen de stille momenten in de tekeningen. “Loire” is een album waar men tijd moet voor nemen en zeker een tweede leesbeurt verdient.
Misschien wel een ideale strip om deze zomer mee te nemen mocht je naar de Loirestreek trekken en de rivier vanuit een ander perspectief te willen bekijken, weg van de toeristische kastelenroute.
Ons heeft “Loire” geen seconde verveeld: een grafisch pareltje. (HV)

Meer over la Loire-sauvage.

Sprokkels en Brokkels

Chaos, paniek, angst, hectiek

Man van het jaar 17 – 1975
De laatste Amerikaanse piloot in Saigon
Jean-Pierre Pécau / Daniele Fabiani / Jean-Paul Fernandez
Daedalus
64 pagina’s

Verschenen op 17/05/2024

De serie

De redactie van de reeks “Man van het jaar” bij uitgeverij Daedalus is goed op dreef en in het bijzonder is scenarist Jean-Pierre Pécau zeer productief. Deel 16 is pas verschenen of daar is al het volgende album. In het Frans is men reeds aan deel 19 toe. Deze keer serveren ze ons één van de lelijkste historische littekens uit de Amerikaanse geschiedenis. Deel 17 brengt ons naar 1975 en het einde van de oorlog in Vietnam. 
Aan de hand van de civiele helikopterpiloot Moishe ‘Mo’ Lee en zijn copiloot Justus zijn we getuige van de zwanenzang van het Amerikaanse leger in Saigon anno 1975. Mo en Justus vliegen voor Air America, de vliegtuigmaatschappij van de Amerikaanse geheime dienst CIA, waarvoor ze allerhande geheime helikoptervluchten uitvoeren. Zo vliegen ze de ene dag leden van de VN commissie die belast zijn met het toezicht op de naleving van de “Parijse akkoorden” van Zuid naar Noord en terug. Een andere keer leveren ze drugs aan pro Amerikaanse strijdgroepen of evacueren ze een Zuid-Vietnamese kolonel en zijn gevolg. Tijdens de laatste uren onderhouden ze een luchtcorridor om zoveel mogelijk Amerikaanse burgers in veiligheid te brengen naar de 7de vloot in de Zuid Chinese zee. Mois, held van dit verhaal en de laatste Amerikaanse piloot, evacueert op gevaar van eigen leven de laatste militairen die de Amerikaanse ambassade beschermden, naar de vliegdekschepen. Alles verloopt met de nodige turbulentie.
De auteurs slagen er in de apocalyptische sfeer van het belegerde, ontredderde Saigon weer te geven. We zien de chaos, de paniek en de angst in de hectiek van de laatste dagen van het Zuid Vietnamees bewind. Een aantal scènes brachten onze gedachten spontaan bij de ‘Vietnam’-films van eind de jaren 70 en begin jaren 80 van de vorige eeuw. Flarden uit ‘The Deer Hunter’ en de bekende zwartwit televisiebeelden van het in zee dumpen van helikopters en ander militair materieel kwamen terug op ons netvlies.
Het Amerikaanse leger, dat op papier al van 1973 het land had verlaten, en wat er overbleef van de Zuid-Vietnamese regering waren onvoldoende voorbereid op een aanval op Saigon. 
De scenarist geeft tussen de dialogen door duidelijk aan dat de Amerikanen al dan niet bewust de Zuid-Vietnamezen aan hun lot overlaten.
Het tekenwerk en de inkleuring van het ons onbekende duo Fabiani en Fernandez is van een tamelijk niveau en weet ons al bij al te overtuigen. Het is immers niet eenvoudig om zo’n catastrofale gebeurtenis in 64 pagina’s te vatten. Toch zijn de auteurs er in gelukt om ons een uurtje terug te brengen naar Saigon 1975.
Als liefhebber van de historische strip vinden we het knap dat de makers er steeds voor zorgen om een boeiende man van het jaar te vinden. Bij albums als deze zou een historisch katern een meerwaarde zijn. Al was het maar om bij jongere lezers het één en ander te duiden. (HV)

Nog meer over de Vietnamoorlog.

Sprokkels en Brokkels

Laat de herinnering niet vervagen!

Oradour De vermoorde onschuld
Jean-François Miniac / Bruno Marivain
Anspach
88 pagina’s

Verschenen op 30/05/2024

Oradour, “De vermoorde onschuld”, is de verstripping van één van de bloedigste historische littekens uit de Franse geschiedenis. Een album dat aan de ribben blijft plakken. Men vraagt zich af hoe een mens zo ver kan gaan in blinde haat en hysterie.
Dit album is ontstaan uit de wens van Robert Hébras (overleden in 2023), de laatste overlevende van het bloedbad in Oradour sur Glane in de Limousin, om een stripverhaal te wijden aan het massacre dat daar tachtig jaar geleden op 10 juni 1944 643 slachtoffers eiste. Tientallen jaren zette hij zich in om ervoor te zorgen dat de herinnering aan Oradour niet zou vervagen en dat de tragedies en wreedheden van de Tweede Wereldoorlog zich niet herhalen. Nooit eerder was de tragedie van Oradour het onderwerp van een strip. Om de wens van Hébras in vervulling te laten gaan zocht de OHVR*-vereniging, die instaat voor het beheer van de site van Oradour, een scenarist en een tekenaar. Men is uitgekomen bij Jean-François Miniac (Monet – Een regenboog boven Giverny) en Bruno Marivain. Deze laatste is ons bekend van de reeksen Julia Von Kleist en Normandië, juni ’44.
Miniac geeft in een chronologisch opgebouwd scenario nauwgezet de verschrikkelijke gebeurtenissen in en om Oradour sur Glane weer. 
Aangewakkerd door de landing van de geallieerden in Normandië, gaat het verzet in de Limousin over tot een golf van sabotagedaden en ontvoeren ze een majoor van de 2° pantserdivisie Waffen SS “Das Reich” die ze later ombrengen. Verblind door wraak wil de Duitse legerleiding de “plaag” van het verzet rond Limoges uitroeien. Om de leden van het maquis en de gewone burgers eens goed de schrik op het lijf te jagen, kiezen ze bijna willekeurig Oradour sur Glane uit als vergelding. Ze beslissen om de bevolking af te slachten en het dorp plat te branden om zeker geen getuigen achter te laten. De 2° pantserdivisie “Das Reich”, die al een hele reputatie had met soortgelijke omstandigheden aan het Oostfront, omsingelt het dorp, houdt eventuele pottenkijkers ver uit de buurt en richt een ware moordpartij aan. Slechts een zestal personen overleven het bloedbad.
We volgen de gebeurtenissen aan de hand van enkele overlevenden en zien hoe de plaatselijke bevolking eerst denkt aan een routinecontrole van de Duisters, maar zich langzamerhand bewust wordt van de ernst van de feiten en angst en paniek toeslaat. Miniac besteedt ook aandacht aan de speling van het lot. Er is niet alleen de lukrake keuze van Oradour als vergeldingsplaats, maar er is ook het grote aantal inwoners dat om de één of andere reden toevallig in het dorp aanwezig zijn de dag van de ramp.
Naast de gevoelens van de dorpelingen geven de auteurs ons ook een kijk in de hoofden van de Duitse legerleiding. De blikken van de SS’ers spreken voor zich. Marivain kiest voor zwart en een waaier van oranjetinten in sepia om de sfeer van het verhaal weer te geven. De knappe tekenstijl doet ons denken aan het werk van Marvano. 
Om de tragedie beter te kunnen begrijpen is er achteraan in het album een verklarende historische katern opgenomen, waarin de auteurs de context van de situatie in midden Frankrijk in de late lente van 1944 proberen te duiden.
Het was en is de wens van de overlevenden om via dit boek vooral jongeren te bereiken om de overdracht van deze misdaad tegen de menselijkheid verder te zetten en alert te zijn voor blinde haat in de samenleving. Daarom verdient dit album zijn plaats in elke schoolbibliotheek.
Het team dat dit prachtige boek mogelijke maakte mag een pluim op de hoed steken. We sluiten ons volmondig aan bij de laatste zin op de achterkaft: “Dit nooit meer!” en hopen dat in alle brandhaarden op onze wereld de rede het haalt. (HV)

VRT-nws over Oradour

*Oradour. Histoire, Vigilance, Réconciliation

Sprokkels en Brokkels

Wat is kunst?

De schele hond
Étienne Davodeau
Uitgeverij Zet.El / Louvre Éditions
144 pagina’s

Verschenen op 10/05/2024

“De schele hond” is de tweede graphic novel van Étienne Davodeau die we dit jaar gelezen hebben. Eerder konden we al genieten van het pareltje: “Loire”. Ook nu weer zijn we onder de indruk van het métier van deze Franse topper. Deze keer kiest hij voor een speelse komedie.
Deze graphic novel draait rond drie vragen:
– Wat is kunst?
– Wie bepaalt er welk kunstwerk er in het museum komt te hangen?
– Hoe verloopt de organisatie binnen een museum?
Bij de eerste vraag moesten we spontaan denken aan de song van Noordkaap en Stijn Meuris. “Wat is kunst? Wat is kunst? Die blik in haar ogen dat is kunst!”
Dit refrein past wonderwel bij dit boek. Het verhaal draait immers rond een suppoost van het museum die via zijn geliefde in contact komt met het schilderij “De schele hond”.
Een strip maken om de werking en organisatie van een museum dichter bij de mensen te brengen is niet voor de hand liggend, maar toch is de auteur in zijn opdracht geslaagd.
Met een luchtig humoristisch verhaal leidt de auteur ons rond in de verschillende zalen van het wereldbekende Louvre museum in Parijs. Rode draad in het verhaal is het schilderij “De schele hond”. Wanneer Fabien, suppoost in het Louvre, de familie van zijn vriendin bezoekt, laten ze hem een schilderij zien dat al decennialang op hun zolder staat te verstoffen. Het schilderij is van de hand van hun voorvader Gustave Benion, een amateurschilder uit de 19 de eeuw,  en stelt de nogal karikaturale afbeelding van een schele hond voor. De eigengereide familie vraagt zich af of het schilderij geen plaatsje zou kunnen krijgen in het Louvre. Fabien neemt hun verzoek in overweging en vertelt het verhaal aan een trouwe bezoeker. Deze laatste blijkt niet alleen een wandelende Louvre-encyclopedie te zijn maar is ook lid van “De republiek van het Louvre”. Dit onbekende geheime genootschap adviseert de aanschafcommissie bij het aanschaffen van nieuwe werken. Tegen alle verwachtingen in vindt het genootschap dat “de Schele hond” zijn plaats verdient in het museum. Puur artistiek is het schilderij niet op zijn plaats in het museum, maar uiteindelijk wordt het opgehangen achter een bekender werk en heeft Fabien aan het verzoek voldaan.
Eigenlijk breekt Davodeau hier een lans voor meer respect voor de werken van de talloze onbekende kunstenaars. Ook de subjectiviteit van kunst komt aan bod. Elke mens kijkt op zijn eigen manier naar kunst. 
Er is ook een prik naar de massatoerist die in kudde alleen maar oog heeft voor de “grote” kunstwerken en de kleine pareltjes aan zich laat voorbij gaan. 
Een leuke gimmick hieromtrent is de weddenschap die suppoosten elke dag onder elkaar houden  over hoelang het zal duren voor een bezoeker komt vragen in welke zaal de Mona Lisa hangt.
“De schele hond” is een zwierig amusant verhaal goed opgebouwd en goed getekend dat leest als een trein.
Achteraan in het boek vinden we nog een annex met extra uitleg over het verzamelbeleid van het Louvre. Ook nog meegeven dat we meer dan tien jaar op dit pareltje hebben moeten wachten. De Franse versie verscheen reeds in 2013 bij Futuropolis Parijs. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Somber, luguber maar schoon. Subliem tekenwerk!

De weg
Manu Larcenet / naar het oeuvre van Cormac Mc Carthy
Dargaud
160 pagina’s

Verschenen op 19/06/2024

“De Weg” is de verstripping van de roman “The Road” van de Amerikaanse schrijver Cormac Mc Carthy uit 2006. Het boek won in 2007 de Pulitzer Prize voor beste fictie en werd in 2009 verfilmd met Viggo Mortensen in de hoofdrol. Het moet voor de tekenaar een hele uitdaging geweest zijn om dit werk te verstrippen, maar we kunnen stellen dat hij met grote onderscheiding is geslaagd. We waren al onder de indruk van Larcenet’s “Het verslag van Brodeck I en II” en zijn het nu nog meer. Net zoals het boek en de film komt ook de graphic novel binnen tot in onze diepste vezels.
“De Weg” is een somber maar zeer gelaagd verhaal over vader en zoon liefde. Een verhaal over de kleine kanten van de mens, over de “survival of the fittest”!
In dit post apocalyptisch gebeuren zijn de twee hoofdrolspelers een vader en een zoon. Er is de wereld iets vreselijks overkomen: een nucleaire ramp, een inslag van een meteoriet, … Wat er precies is gebeurd vernemen we niet in het boek. Wel zien we dat alle infrastructuur totaal is vernield en er amper nog mensen overleven in deze woestenij. De aarde is bedolven onder een enorme stof-/ aswolk waardoor ademen en zien zeer moeilijk wordt. In dit einde van de wereld scenario proberen vader en zoon te overleven. Als een soort talisman zeulen ze hun hele hebben en houden mee in een trolley, een winkelkar als overlevingspakket. Ze proberen te ontkomen naar het zuiden waar ze hopen een betere wereld te vinden. Onderweg is hun enige bezigheid: overleven. Ze lijden constant honger, vinden bijna geen voedsel en zijn zeer beducht voor de “slechten”, tot kannibalen ontaarde mensen, die het land afschuimen op zoek naar voedsel en levende mensen. Vader en zoon zien overal het bloedige spoor van de kannibalen en doen er alles aan om zo onopvallend mogelijk langs de ravage te trekken.
Ondanks alle ellende beleven de vader en de zoon ook innige momenten. De vader doet er alles aan om zijn zoon te beschermen tegen de gruwel rondom hen. Voor ons symboliseert de zoon het goede in de mens en is hij zo wat het geweten van de vader. Wanneer zijn vader uit zelfbehoud “een slechte” doodt, vraagt hij zich openlijk af of ze nog wel bij “de goede” behoren. Ondanks dat ze zelf amper kunnen overleven, vraagt de zoon om toch te delen met de anderen.
Wanneer hij de uitzichtloosheid van hun onderneming inziet, wil hij bij zijn overleden moeder zijn, maar de vader weet hem te overtuigen om vol te houden. De vader die voelt dat zijn einde nadert, bereidt zijn zoon voor om alleen verder te gaan. Ook hier weer kruipt het verhaal onder ons vel.
Manu Larcenet tekent het verhaal in een rauwe realistische stijl. Hij laat de angstaanjagende decors voor zich spreken en gebruikt de tekeningen om het verhaal te vertellen. Het palet van verschillende gekleurde grijstinten past perfect bij de sfeer van een verwoeste gedegenereerde samenleving. Subliem tekenwerk!
Alhoewel het verhaal overwegend met pakkende prenten wordt verteld, zijn er toch een aantal uitspraken die ons geraakt hebben. We lijsten er hieronder een drietal op. Stof om over te mijmeren:
– “Denk na over wat je in je hoofd steekt, want dat blijft daar voor altijd zitten”.
– “Je vergeet wat je zou moeten onthouden en onthoudt wat je zou moeten vergeten.”
– “ Als je kleine beloftes niet nakomt, zul je de grote ook niet nakomen”
We zijn echt onder de indruk van deze graphic novel, luguber maar toch schoon. Manu Larcenet levert hier een klasse album af. Dit wordt wellicht één van de toppers van 2024! (HV)

Sprokkels en Brokkels

Een uit de kluiten gewassen historische thriller

Contrapaso
1. De kinderen van de anderen
Teresa Valero
Lauwert uitgeverij
152 pagina’s

Verschenen op 21/05/2024

Contrapaso is een historische thriller van formaat gebaseerd op waargebeurde feiten. De ons onbekende Teresa Valero, echtgenote van Blacksad scenarist Juan Diaz Canales, levert een knappe graphic novel af. In een kanjer van 152 pagina’s schetst ze één van de somberste periodes uit de Spaanse geschiedenis. Deze “roman noir” situeert zich in het Spanje van de jaren 1950 onder de zware censuur van het Franco regime.
Om ons in die tijd van wantrouwen, repressie en dictatuur onder te dompelen heeft de auteur gekozen voor een heuse thriller. De spanning is voortdurend te snijden.
Het verhaal draait rond twee journalisten van de Madrileense krant “La Capital”. De ancien en ietwat uitgebluste Emilio Sanz is verantwoordelijk voor de rubriek “Fait divers” die hij moet vullen met vooral nutteloze nieuwtjes en de moord van de dag. Hij lijdt zwaar onder het totale gebrek aan persvrijheid en doet daarom al 17 jaar een privé onderzoek naar een seriemoordenaar, die steeds volgens dezelfde modus operandi zijn slachtoffers uitstalt. Omdat de hoofdredacteur weinig of geen vat heeft op de eigengereide journalist, krijgt hij een jonge redacteur naast zich. Léon Lenoir, aangenomen zoon van een franquistische generaal. Wanneer er een vrouwenlijk wordt gevonden, kan Sanz het niet linken aan de seriemoordenaar. Samen met zijn jonge assistent bijt hij zich vast in deze zaak. In het begin verloopt de samenwerking heel stroef, maar naar mate hun speurtocht vordert vinden ze elkaar en worden een hecht duo. Het onderzoek leidt naar de top van een psychiatrische kliniek en een materniteit waar allerlei onfrisse praktijken gebeuren die door het regime uit de media worden gehouden. In die kliniek worden rijke dames die niet gelukkig zijn behandeld en doet men aan reconversie van onnatuurlijke seksuele voorkeuren. In de kraamkliniek gebeuren er naast de gewone bevallingen ook bevallingen van alleenstaande vrouwen die onder dwang hun baby moeten afstaan aan gegoede families. De twee journalisten kunnen een verband leggen tussen beide hospitalen. Zo komen ze er achter dat de vermoorde vrouw haar kind is ontnomen en dat dit kind nu de zoon is van de hoofdpsychiater. Wanneer de zoon de waarheid verneemt, slaan de stoppen door en wordt er met de daders afgerekend. Omdat de overheid de feiten in de doofpot wil stoppen, komen Sanz en Leroy op het idee om via een clandestiene krant de waarheid onder de Madrilenen te verspreiden. De krant noemt “ContraPaso”, wat in de muziektheorie staat voor het verband tussen twee of meer onafhankelijke stemmen. Ze verstrooien de krant letterlijk over Madrid.
Als we bekomen zijn van de spanningen en denken dat het verhaal er op zit, heeft Valero nog een joekel van een cliffhanger achter de hand. Het verhaal eindigt zoals het begon met op de laatste pagina een nieuw vrouwenlijk geheel volgens de modus operandi van de seriemoordenaar opgebaard. Wordt vervolgd!
Het scenario steekt ingenieus, soms een tikje ingewikkeld in elkaar. We hadden een tweede leesbeurt nodig om door het bos alle bomen te zien. Het is een graphic novel waarvoor men echt moet gaan zitten. Een aanrader.
Naast het thema van de eugenetica of rasverbetering schetst het verhaal ook een beeld van ideologisch rivaliserende studentengroeperingen in Madrid. We voelen de psychische en fysieke repressie van het regime en het begin van een bundeling van anti fascistische gevoelens. Contrapaso is een uniek document over een stukje Spaanse geschiedenis. Achteraan vinden we nog een historische annex met extra duiding.
De tekenares zet een hele reeks kleurrijke karaktervolle personages neer. De moeite om ze te leren kennen.
Haar tekenstijl heeft ons meteen geraakt. Het kleurenpalet doet soms denken aan Blacksad. Toevallig? Voor ons was Contrapaso meer dan een aangename verrassing. We kijken uit naar deel twee van dit verhaal. (HV)

Sprokkels en Brokkels