Homemadecooking by Hugo Vanderstraeten - sprokkels.en.brokkels@gmail.com

The best of 2024

De beste strips van het jaar zijn ...

Lijstjes met de naar onze mening beste strips en graphic novels van het jaar, zijn al jarenlang een traditie.

Op het einde van het jaar zitten de verhalen van de laatste maanden nog vers in het geheugen, maar over eerder verschenen albums hangt reeds een sluier van de tijd en raken ze vaak niet op de plaats waar ze horen te staan. We lijsten hier enkel de strips op, die ons echt raken. Zo krijgen we een accurate lijst. We voegen er meteen ook onze mening aan toe, m.a.w. onze eigen recensie. Het resultaat hieronder op de pagina. 

Virtuele lijst: de toestand op 29 april 2024. Klik op de titels om de recensies te lezen.
De laatste koningin
Bouncer 12 Bloedbad
Wanted Het bloedportret
– De strijd van Henry Fleming
De gebroeders Rubinstein 4 De zonen van Zion
Anne Bonny
Marshal Bass 10. Hell Paso
Wild West 4 Modder en bloed

Durango De Jonge Jaren  2. Vuur en Bloed
Samoerai 16 De sabel van de Takashi

Brigantus 1. Verbannen
Buonaparte 2. Oorlogsbuit

Klik hiernaast voor onze nieuwste recensies ⇒

Sprokkels en Brokkels

Te kaap’ren met een geëmancipeerde vrouw

Anne Bonny
Alessandro Ranghiasi / Matteo Mastragostino

144 pagina’s
Lauwert uitgeverij

Verschenen op: 30/01/2024

Het zou ons niet verwonderen mocht scenarist Mastragostino de mosterd voor deze piraten-biografie gehaald hebben bij “A General History of the Robberies and Murders of the most notorious Pyrates” een boek uit 1724 van Captain Charles Johnson, aka Daniël Defoe (auteur van Robinson Crusoe). Dit boek is een standaardwerk als het om zeerovers gaat. Het bevat verhalen over een hele resem piraten zoals “Blackbeard”, Anne Bonny en vele anderen en schiep het beeld van het piratenbestaan zoals wij het nu kennen: piraten met ontbrekende ogen of benen, de piratenvlag de “Joly Roger”, en zeerovers die schatten begraven.
De auteurs hebben niet zo maar voor de eerste de beste piraat gekozen, maar brengen ons het levensverhaal van een vrouwelijke piraat: Anne Bonny. Ze wordt geboren als Anne Cormac uit een verhouding van een rijke Ierse advocaat uit Cork en zijn keukenhulp Peg. Tegen de tijdszin in kiest Cormac voor zijn minnares en kind en start met zijn gezin een nieuw leven in het jonge Amerika. Van meet af aan staat de vrijgevochten Anne haar mannetje tussen de jongens. De vroege dood van haar moeder is een heftige kras op haar ziel. Ze zoekt troost in de lokroep van de oceaan. Hals over kop trouwt ze met de zeeman James Bonny, een klaploper die enkel uit is op haar vaders geld. Al gauw loopt hun relatie spaak. Het verhaal schakelt een versnelling hoger als ze stapelverliefd wordt op de mythische kaper Calico Jack Rackham, dezelfde Jack Rackham die Hergé inspireerde voor “Het geheim van de Eenhoorn” en “De schat van scharlaken Rackham”.
Vanaf dat moment schuimt ze samen met Jack en zijn bemanning de zeeën af en beleeft ze de sensatie van het grote avontuur. Ze ontmoet Mary Read, een gekende vrouwelijke piraat, en wordt zelf een legende. Het verhaal kent een anticlimax wanneer ze door de Engelsen overmeesterd worden en Jack aan de galg belandt. Maar toch is er meer of min een happy end als Anne met de hulp van haar vader de vrijheid herwint en ze in de ogen van haar dochtertje dezelfde blik van Jack ontwaart: de roep van de wijdse oceaan, de vrijheid!
Anne Bonny is een meer dan degelijke graphic novel. Naast een spannend avontuur is het vooral het verhaal van een vrouw die op haar vrijheid gesteld is, wars van goede raad van ouderen en meestal vallend op de verkeerde mannen. Een vrije vrouw die zich staande houdt in een mannenwereld, emancipatie avant la lettre. 
De tekenstijl van Alessandro Ranghiasi doet ons denken aan kleppers zoals Maël, Clément Oubrie, Vincent Bailey en zelfs Joann Sfar. Met lichte lijnen en een passend kleurenpalet slaagt hij er in zo wel knappe actiescènes als de gevoeligste emoties neer te zetten. Een zeer aangename kennismaking met het Italiaanse auteursduo: knappe ontdekking van Lauwert uitgeverij. We hebben 144 pagina’s geboeid gelezen. 
Niet alleen de “Jack Sparrows”, de “Roodbaards”, de “Surcoufs” en “Piraten van Barataria” onder ons, maar de stripliefhebbers in het algemeen zullen Anne Bonny appreciëren.
Nog dit : het boek opent met “Sloop John B”  een lied dat in ons collectief geheugen zit opgeslagen als een song van “The Beach Boys”, maar eigenlijk een oud piratenlied is, een traditional vanop de Bahama’s. Misschien onderstaand Spotify-lijstje met piratensongs op de achtergrond opzetten bij het lezen ;). (HV)

Sprokkels en Brokkels

Een uitsmijter van formaat: een echte Bouncer!

Bouncer 12 Bloedbad
François Boucq / Alejandro Jodorowsky
144 pagina’s
Standaard uitgeverij

Verschenen op: 14/02/2024

Vijf jaar heeft het geduurd voor de nieuwste “Bouncer” verscheen, maar het was het wachten meer dan waard. Wat een knaller! 144 pagina’s western van de bovenste plank! In tegenstelling tot de twee vorige delen werkten Boucq en Jodorowsky terug samen en het resultaat is een uitsmijter* van formaat. (*Nederlands voor Bouncer)
“Bloedbad” leest als een trein. Op elke pagina gebeurt er wel wat, een pageturner zonder weerga. Dit verhaal bevat alles wat een western hebben moet. Bovendien is het opnieuw een echte “Bouncer”: knappe verhaallijnen, duistere, ruige figuren, onconventioneel, soms extreem gewelddadig, vol verrassingen en plotwendingen, kortom spannend van begin tot einde. Dit alles wordt subliem in beeld gebracht in de geheel eigen tekenstijl van Boucq. Toch missen wij de vergezichten uit de vorige delen. Deze keer speelt het verhaal zich in hoofdzaak af in Bouncers schimmige hometown : Barro City.
Het album start onder een slecht gesternte wanneer de stad wordt overspoeld door een ware zondvloed. Zo erg dat zelfs de lijkkisten op het kerkhof wegspoelen. Zo is de toon gezet, maar toch is dit maar een schijntje bij de ellende die nog zal volgen. Niets zal nog zijn als er voor. Het goud van de afgezette Mexicaanse keizer Maximiliaan, dat Bouncer en co in deel 11 naar de plaatselijke bank brachten, trekt het grootste uitschot van het Wilde Westen aan. Een groep brutale artiesten, door de burgeroorlog geruïneerd, hebben een plan op poten gezet om de buit binnen te halen. Wanneer ze zich in Barro City aanmelden als soldaten van de regering om het goud in veiligheid te brengen, loopt de situatie volledig uit de hand. De goudkoorts leidt tot zwaar geweld en de stad stevent regelrecht op een bloedbad af. Bouncer zou Bouncer niet zijn als hij niet met het gajes afrekent. Voor Bouncer is het echter niet al goud wat blinkt want deze keer betaalt hij een zeer hoge prijs. Zowel zijn geliefde Yin Li, zijn trouwe volgeling Job de dwerg als zijn vriend Zeiss overleven het inferno van geweld niet. Dankzij een indiaanse bloedverwante weet Bouncer zich te redden, maar met het vervloekte goud wil hij niets meer te maken hebben en samen met zijn redster rijdt hij de horizon tegemoet.
Een pareltje van een western die ons drie delen lang in spanning hield, laat dan toch nog ruimte voor een vervolg. Dit album is aangekondigd als het laatste in de reeks, maar met het open einde mogen we misschien toch nog hopen op meer.
Het zou ons verwonderen mocht “Bloedbad” niet één van de betere strips van 2024 worden.
Samen met Blueberry blijft Bouncer voor ons dé cultfiguur van het western-genre. (HV)(

Sprokkels en Brokkels

Hoop op licht, hoop op een beter leven

Brigantus 1. Verbannen
Hermann / Yves H.
56 pagina’s
Uitgeverij Le Lombard

Verschenen op:14/02/2024

Als er iets nieuws verschijnt van de iconische stripauteur Hermann zijn we er als de kippen bij om ons exemplaar op te halen bij de plaatselijke stripspeciaalzaak. Naast zijn langlopende serie Jeremiah tekent Hermann regelmatig op scenario van zijn zoon Yves Huppen. Dit is ook het geval voor hun nieuwste creatie Brigantus. Yves H. bezorgde zijn vader een fikse uitdaging door het verhaal te situeren in de Romeinse tijd om precies te zijn anno 84 na Christus. Bovendien kiest hij niet voor Rome als decor, maar heeft het gebeuren plaats in de mistige, woeste uithoek van het Romeinse Rijk: het land van de Picten, Schotland.
Alles draait om Melonius Brigantus een legionair in het leger van Agricola, opgeleid om te moorden, die met zijn centurie onderweg is naar een vooruitgeschoven fort in het hart van het Pictisch gebied. Brigantus is een buitenbeentje, een bastaard, zoon van een hoer. Hij is oersterk en boezemt zijn collega soldaten angst in. Deze laatste proberen hem onder de duim te houden door hem te bespotten en te kleineren. Zijn trouw aan Rome en de droom om op een dag licht te zien aan het einde van de weg, houden hem staande. Wanneer hij zijn centurio het leven redt bij een schermutseling met de Picten vergroot de afgunst van zijn overste. Alleen “het groentje” in de groep heeft sympathie voor de mens Brigantus. In het Romeinse kamp beschuldigt men hem van verraad omdat hij een Pictisch meisje liet ontsnappen. Hij wordt uit het legioen gezet en als een hond het fort uitgejaagd. 
We zijn benieuwd of Brigantus in deel twee werkelijk het licht naar een beter leven zal zien en of het meisje met de blauwe ogen hem daar bij zal helpen? 
Yves H. levert hier een behoorlijk scenario af. Dit verhaal gaat niet zo zeer over de geschiedenis van de Romeinen in Schotland maar over een underdog, slachtoffer van negatieve groepsdynamiek, een uitgestotene op de rand van de maatschappij die ondanks alle ellende toch hoopt op het licht, een beter leven. Zoals vaker bij de familie Huppen worden de kleine kantjes van de mens belicht.
Een gewelddadig donker verhaal in een ruige setting in beeld brengen dat is echt een kolfje naar de hand van Hermann. Het is duidelijk dat Yves H. weet wat zijn vader graag tekent. De nestor van de Belgische strip slaagt er in een duistere onzekere sfeer te scheppen met veel aandacht voor het mistige landschap waar je zo verwacht de Picten te zien uit opdoemen. De aquarellen blijven top! Jammer toch dat  de “Hermann-koppen” allemaal iets te veel op elkaar lijken. Je vraagt je af: hebben we die kop niet eerder in een ander verhaal gezien? 
Al bij al is dit toch een prima album dat we geboeid hebben gelezen. Veel respect voor de 84-jarige die op zijn hoge leeftijd nog zo’n kwaliteit aflevert! Chapeau! (HV)

Sprokkels en Brokkels

Pittige western met maffe personages!

Wanted Het bloedportret
David Boriau / Steven Dhondt
102 pagina’s
Standaard uitgeverij

Verschenen op: 14/02/2024

Westerns doen het goed in stripland. Ze verschijnen immers met de regelmaat van de klok. Denken we maar aan kleppers zoals Undertaker, Bouncer, Marshall Bass en vele anderen. Om je als nieuwkomer te onderscheiden moet je over goede papieren beschikken. Het duo David Boriau en Steven Dhondt is er in geslaagd een pittig western-verhaal te brengen dat alle klassieke elementen van een western bevat, maar toch een fantasierijke insteek heeft. Een origineel scenario met een vleugje humor dat boeit van begin tot einde, hier en daar met een hoek af, een vrij klassieke découpage en maffe personages die tot de verbeelding spreken. Wat dacht je van “Mister Cuckoo”, een outlaw met een schietende koekoeksklok of van “Silent Rose”, een zwarte premie-jaagster die zich bedient van een revolver met geluidsdemper.
“Wanted” is het verhaal van Dull, een jonge Cheyene die zijn uitgemoorde stam en vooral zijn moeder wil wreken. Samen met Oscar Cayat, een rondreizende fotograaf, gaat hij op zoek naar de man met de verbrande wenkbrauwen en zijn bende. Ze reizen het Wilde Westen af om outlaws op te sporen en getuigenverklaringen te noteren. Aan de hand van die verklaringen kan Dull, die een zeer begaafde tekenaar blijkt te zijn, robottekeningen maken die zullen dienen als “Wanted-posters”. Bovendien beschikt hij over een soort helderziendheid, die hem op het spoor van de boeven zet. Deze gave zorgt voor een vleugje fantasy in het verhaal en tilt het album daarmee een niveautje hoger.
Als ze in een stadje een getuigenverklaring opnemen, voelt Dull de aanwezigheid van de bende van de man met de verbrande wenkbrauwen aan. In de plaatselijke saloon komt het tot een vuurgevecht met een bendelid. Vanaf hier dendert het verhaal met een rotvaart naar de climax. Alvorens finaal met hem af te rekenen, jent Dull de man zonder wenkbrauwen, die zichzelf niet in een spiegel wilt zien, door hem een met bloed getekend portret te tonen.
De tekenstijl van Stedho, waarmee we aangenaam kennis maakten in de trilogie “Red Rider”, geeft dit verhaal extra schwung. We hebben genoten van de wervelende actiescènes, fraaie decors, de warme gele oker kleuren, maar bovenal van de karakterkoppen en de soms lachwekkende “vette” boeventronies. 
Samengevat is dit meer dan een degelijke strip. Aangenaam om te lezen en bij het herlezen nog plezanter. Daarbij komt dat we met 102 pagina’s waar voor ons geld krijgen.
Alhoewel dit album een one-shot is, mogen Dull, Oscar en Silent Rose terugkeren. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Eéntje die aan de ribben plakt

De strijd van Henry Fleming
Steve Cuzor / naar Stephen Crane
150 pagina’s
Dupuis Vrije Vlucht

Verschenen op:14/02/2024

“De strijd van Henry Fleming” is de adaptatie van de bestseller “The Red Badge of Courage” van de Amerikaanse schrijver Stephen Crane uit 1895. De bewerking van Steve Cuzor, een joekel van 150 pagina’s, is er ééntje die aan de ribben plakt. Naast een aanklacht tegen de zinloze gruwel van de oorlog, is het ook een ode aan de gewone soldaat, speelbal van de generaals op het schaakbord van het slagveld.
Het verhaal situeert zich in 1863, in het midden van de Amerikaanse burgeroorlog, in de zuidelijke staat Virginia aan de Rappahannock River. We volgen de gedachten van de jonge boerenzoon Henry Fleming, die voor zichzelf een heldenrol ziet in de oorlog. Tegen de wil van zijn moeder in neemt hij vrijwillig dienst. Vanaf het moment van zijn inlijving sluipt echter de twijfel in zijn hoofd.Waar is hij aan begonnen?
Cuzor brengt geen historische chronologie van de burgeroorlog, maar wel een psychologisch portret van angst en twijfel, heroïek en oorlogsgruwel.
In afwachting van de strijd hinken de nieuwe rekruten op twee gedachten, enerzijds verlangen ze naar de actie, anderzijds verlamt de angst voor wat komen gaat hun geest. Bij de eerste confrontatie met de Zuidelijke vijand slaat de paniek toe bij Henry Fleming en gaat hij er vandoor. Dolend door de bossen voert hij een innerlijke strijd met zichzelf over de gevolgen van desertie.Terug bij zijn eenheid vangt hij een gesprek op van enkele generaals die zeer denigrerend zijn voor de gewone piot. Hij wordt er zich bewust van dat de gewone voetsoldaten slechts kanonnenvlees zijn. In de daarop volgende veldslag slaat zijn lafheid om in een blinde heldhaftigheid. Manhaftig wil hij de generaals van antwoord dienen en stijgt hij (over)moedig boven zichzelf uit, op het randje van zelfdestructie.
Na de zwaar bevochten overwinning moeten Fleming en zijn divisie zich op bevel van de generale staf terugtrekken naar hun basiskamp. De soldaten komen tot het besef dat ze gebruikt zijn in het strategisch steekspel van de oorlog. Met dit laatste wil de auteur nog eens de absurditeit van oorlog belichten.
Cuzor heeft dit verhaal ingedeeld in tien hoofdstukken telkens ingeleid met een tekening van een militair voorwerp. Hij werkt met monochrome kleuren. Met zwart een sepia groen slaagt hij er in om de sfeer te versterken. De realistische gedetailleerde tekenstijl getuigt van een knap staaltje vakmanschap. Indrukwekkend zijn de gevechtsscènes: een mist van stofregen, kruitdamp en sneuvelende soldaten, een waar inferno. Wezenlijk toont dit verhaal niet alleen de horror en de onmenselijkheid van de Amerikaanse burgeroorlog maar bij uitbreiding van alle oorlogen. In tijden van oorlog in Oekraïne en Gaza komt dit wel binnen.
Met dit album evenaart Steve Cuzor zijn meesterwerk “Een ster van zwart katoen” uit 2018. Een aanrader! (HV)

Sprokkels en Brokkels

Klassieke western met alles erop en eraan!

Durango De Jonge Jaren 2. Vuur en Bloed
Yves Swolfs / Roman Surzhenko
46 pagina’s
Uitgeverij Arboris

Verschenen op: 31/01/2024

Durango de serie

Je leest ze minder, de besprekingen van langlopende series en hun spin-offs. Vaak beschouwt men ze als commercieel bandwerk, soms zelfs pulp. Dit geldt echter niet voor “Durango de jonge jaren”. Begon deel één misschien nog wat aarzelend met het neerzetten van de personages en het decor, dan krijgen we in “Vuur en Bloed” een western met alles erop en eraan.
Yves Swolfs levert met dit scenario een spetterende “ouderwetse” western af. Alle klassieke ingrediënten zijn aanwezig: ruige cowboys, ruziënde veehouders, conflicten met indianen en halfbloeden, een niets en niemand ontziende huurmoordenaar, een aarzelende sheriff, intrigerende bankiers en rondzwervende geologen op zoek naar aardolie. Een pittige cocktail schitterend op papier gezet door Roman Surzhenko, die in zijn tekenwerk niet veel moet onder doen voor de meester zelf. Qua kleurenpalet sluit “Durango de jonge jaren” goed aan bij de moederreeks. Misschien is deze laatste met nog meer oog voor detail getekend.
Het verhaal draait om John Lane, die later de naam Durango zal krijgen. We zijn benieuwd hoelang Swolfs ons hierop laat wachten. 
John is een ontheemde rondzwervende jongen bij toeval getuige van de moord op drie cowboys. Hij zelf weet ternauwernood aan de “beroepskiller” te ontsnappen. Wanneer hij dienst neemt bij de grootste veehouder van de streek, verzeilt hij in een bloederige oorlog onder de ranchers. Als chaperon van zijn baas’ oudste dochter ontdekt hij wie de huurmoordenaar is, maar heeft voorlopig onvoldoende bewijzen tegen hem om hem voetje te lichten. Bovendien is hij getuige hoe die crimineel zijn baas afknalt. Na de dood van de veefokker komt de leiding van de ranch in handen van zijn twee dochters.
Zullen zij er in slagen om hun mannetje te staan in deze boze mannenwereld? Valt de ranch in handen van de vijandige buren of palmen de opdringerige bankiers hem in? Verwerven de oliebaronnen het land waarop ze een oogje hebben? Slaagt John Lane erin om de huurmoordenaar en zijn opdrachtgever te ontmaskeren? Kan de woede van de indianen getemperd worden? Wordt John Durango? 
Vragen genoeg om uit te kijken naar deel drie.
 “Durango de jonge jaren” doet ons bij momenten mijmeren naar Durango, Comanche en Blueberry. Of misschien is dit te veel lof, maar toch gunnen we de serie zijn plaats tussen de klassiekers! 
Ter zijde willen we nog even vermelden dat dit al de derde recensie is over een western in dit nog prille jaar. Om maar te zeggen dat het genre het meer dan goed doet in stripland. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Een kluwen van fictie en non-fictie

Buonaparte 2. Oorlogsbuit
Rudi Miel / Fabienne Pigière / Ivan Gil
58 pagina’s
Uitgeverij Daedalus

Verschenen op: 16/02/2024

Nieuw werk over de “Keizer”, daar zijn we als Napoleon-liefhebber als de kippen bij. Bij het verschijnen van Buonaparte 1 waren we zeer verheugd dat de auteurs gekozen hadden om de laatste fase van Napoleons leven op Sint-Helena te beschrijven. Ging het in deel 1 vooral over de reis van Napoleon naar Sint-Helena, dan gaat het in deel 2 “Oorlogsbuit” over de eerste jaren van zijn ballingschap op het rotseiland.
Bij aanvang van dit album wijzen de auteurs erop dat hun werk een mix is van feiten overgoten met een grote portie fictie. Zou dit echt zo gebeurd zijn ?
Naast het psychologische “gevecht” met zijn cipier, gouverneur Hudson Lowe, is de zoektocht naar de bergplaats van de Egyptische oorlogsschat de rode draad door het verhaal. Het vinden van de goudschat is een ware obsessie voor Hudson Lowe.
Voor het overige is dit album een aaneenschakeling van al dan niet waargebeurde feiten en anekdotes. Er wordt ook vaak teruggegrepen naar flashbacks van de expeditie In Egypte. Dit maakt het geheel wat verwarrend.
Het leven van Napoleon in zijn verblijf Longwood House komt eigenlijk maar als tweede verhaallijn aan bod. Zo wordt zijn verhouding met mevrouw de Montholon en de vriendschap met de jonge Betsy Balcombe belicht. Verder wordt Hudson Lowe steeds meer paranoia. Hij verscherpt de bewaking en hoopt via een code, hem door generaal de Montholon bezorgd, Napoleons brieven te ontcijferen en zo bij de oorlogsschat te komen. Wordt vervolgd.
Om de lezer toch wat duidelijkheid te geven tussen fictie en non-fictie in dit kluwen van weetjes wordt er achteraan in het album het een en ander verduidelijkt in een ruim historisch katern.
Ivan Gil levert opnieuw puik tekenwerk af. Een album met op zijn minst honderden gezichten tekenen, is geen sinecure. Ook de gedetailleerde interieurs, gebouwen en landschappen zijn top.
Op de keper beschouwd, vinden we dit een wat chaotisch verhaal, maar toch zijn we benieuwd hoe de auteurs in het afsluitende deel de laatste levensdagen van de “Keizer” in beeld zullen brengen en of er een echt spoor is naar de Egyptische oorlogsbuit of zijn de Engelsen als nog door “Napi” beetgenomen. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Een Japanse Rode Ridder

Samoerai 16 De sabel van de Takashi
Jean-François Di Giorgio / Christina Mormile
52 pagina’s
Uitgeverij Daedalus

Verschenen op: 16/02/2024

De serie

Samoerai volgen we al van bij de uitgave van het eerste deel “Het hart van de profeet” in 2007. Van meet af aan waren we fan van dit Japans strijders-epos. Met een gemiddelde van één album per jaar is dit één van de productiefste reeksen van de voorbije jaren. En toch vinden we dat deze steengoede serie niet altijd de aandacht krijgt die ze verdient. Dus hoog tijd voor een recensie op “Sprokkels en Brokkels”.
Samoerai speelt zich af in het feodale Japan (12de – 19de eeuw) waar bloedige clan-oorlogen woeden. Takeo, een jonge samoerai, zwerft het hele land door op zoek naar wraak en eerherstel. Zijn vader was één van de machtigste mannen van het land, die zijn macht en prestige verloor. Waarom is Takeo opgegroeid in een klooster? Waarom heeft zijn broer hem verlaten? Tijdens zijn zwerftocht gaat hij op zoek naar zijn broer en hoopt met hem ook zijn verleden terug te vinden.
In “De sabel van de Takashi” zijn Takeo en zijn verloofde Sayuri op weg naar het noorden in de hoop er de keizer te ontmoeten. Een hevige sneeuwstorm en een ingestorte brug noopt hen ertoe een onderkomen te zoeken in een klein verlaten dorp. Hier wacht hen een onaangename verrassing. Takeo wordt herkend door een oude vijand, een afgezant van de shogun, die meteen met hem wil afrekenen. Als later de afgezant en zijn handlanger onthoofd teruggevonden worden, schuift de plaatselijke corrupte landheer de Takashi, die achter de moorden zit, de schuld in Takeo’s schoenen. Als de landheer ook nog Sayuri ontvoert, slaat de vlam pas echt in de pan. Maar zoals steeds weet Takeo zich na een heldhaftig gevecht te redden. Samen met zijn vriendin vlucht hij uit het dorp en zetten ze de queeste naar de keizer verder op de hielen gezeten door diens militie. We zijn benieuwd welke wegen ze zullen bewandelen in deel 17 “Bloedschulden”.
De opbouw van het verhaal en de reeks heeft veel raakpunten met onze Vlaamse Rode Ridder. Samoerai, “de Japanse Rode Ridder”, staat voor dezelfde waarden als Johan van Horst. Takeo is ook op een lange queeste om bij de keizer te komen, wil zijn vaders eer te herstellen en met zijn verleden in het reine te komen. Hij neemt het op voor de zwakkeren, mensen in nood en is trouw aan zijn heer (keizer). Kortom hij staat voor ridderlijkheid.
Na zestien afleveringen blijft het scenario op niveau. Di Giorgio weet hoe je een Japans ridderverhaal spannend houdt. Hij heeft de stiel van stripmaker stevig onder de knie: geslaagde découpage en knappe paginaopbouw, zelden twee pagina’s met dezelfde indeling na elkaar.
Het tekenwerk van Mormile is verfijnd, met oog voor detail: flitsende actiescènes, gekletter van samoerai-zwaarden, paginagrote tekeningen en een cover om van te smullen. Ze is een waardige opvolger van Frédéric Genêt, die de eerste tien albums van de reeks en ook nog de cover van album 11 tekende.
Dat Samoerai zijn publiek heeft, bewijzen ook de spin-offs Samoerai legenden en Samoerai origine. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Een buitenbeentje in de wereld van de revolverhelden

Marshal Bass 10. Hell Paso
Darko Macan / Igor Kordey / Anubis
56 pagina’s
Silvester Strips

Verschenen op: 09/02/2024

De avonturen van River Bass, adjunct-marshal van de Verenigde staten, geïnspireerd op een van de eerste zwarte marshals Bass Reeves, blijft een ietwat exceptionele western met een atypische hoofdrolspeler en een aparte uitgesproken tekenstijl.
Marshal Bass, een zwarte vertegenwoordiger van de wet, is een buitenbeentje in de wereld van de revolverhelden. In het tiende album “Hell Paso” gaat het er als vanouds “lekker” ruw en gewelddadig aan toe.
Darko Macan kiest deze keer voor een scenario met twee verhaallijnen. Enerzijds volgen we Bass op zijn tocht door het Westen op zoek naar zijn baas, kolonel Helena en anderzijds krijgen we een beeld van hoe zijn familie zich weet te beredderen in hun thuishaven Dryheave Arizona.
Met de hulp van een stel valse Texas Rangers, oude vijanden uit deel 9, probeert Bass de kolonel te bevrijden uit het door een dodelijke epidemie getroffen El Paso. Tot overmaat van ramp wordt de stad belegerd door een Amerikaanse legereenheid o.l.v. een officier die dorst naar wraak op Helena. Wanneer deze zich weigert over te geven verandert El Paso in “Hell Paso”. Met behulp van een oude kennis, Doc Moon, (zie deel 3) weet Bass aan de uitspatting van geweld te ontsnappen.
In Dryheave Arizona doet zijn vrouw er alles aan om haar gezin draaiende te houden. Voor een extra inkomen besteedt Sheba haar zoon David uit aan de plaatselijke saloon-madame. David, nog te jong om op haar avances in te gaan, heeft een verborgen muzikaal talent. Hij is een begenadigd mondharmonicaspeler. Zijn eerste optreden in de saloon brengt de tent meteen in vervoering.
De eigen tekenstijl van Igor Kordey geeft de reeks een uitgesproken eigenheid. Het is voor ons elke keer uitkijken naar de centerfold-waardige dubbelpagina. Deze keer serveert hij ons een swingende blues saloon-scène: een knallend optreden van David Bass. De inkleuring van Anubis geeft elke prent de juiste sfeer. Vooral de donkere kleuren leggen de passende accenten. 
We zijn benieuwd welke weg River Bass op gaat nu zijn baas er niet meer Is. Blijft hij in het gezelschap van Doc Moon? Keert hij huiswaarts naar zijn vrouw die al zo lang op hem wacht? Vindt David zijn plaats in de saloon? Of gaat het verhaal nog een andere weg op? Laat deel 11 maar komen. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Gaaf tekenwerk van Lamontagne!

Wild West 4 Modder en bloed
Jacques Lamontagne / Thierry Gloris
48 pagina’s
Dupuis

Verschenen op: 13/03/2024

De reeks

Wild West doet zijn naam alle eer aan. Ook in deel 4 gaat het er lekker wild aan toe. We volgen de avonturen van de legendarische Wild West iconen Calamity Jane, Charlie Utter en Wild Bill Hickok. Het trio gaat in opdracht van de baas van de spoorwegmaatschappij Union Pacific op zoek naar de geheimzinnige scalp-moordenaar (zie deel drie). Ze laten Mud City achter in de handen van nog een westernlegende: Bass Reeves. Om de aanleg van de spoorweg tegen aanvallen van indianenstammen te beschermen, huurt Union Pacific een bataljon “Buffalo Soldiers”, zwarte soldaten, in. De komst van deze soldaten wordt in het album met een duidelijke quote beschreven: ze laten zwarten vechten tegen roodhuiden om de belangen van een blanke minderheid te beschermen. Het kapitalisme op zijn wreedst. 
Als de spoorwegmaatschappij een eeuwenoude indiaanse begraafplaats dynamiteert, slaat de vlam pas echt in de pan. Het komt niet alleen tot een bloedig treffen met de indianen, maar ook tot een afrekening tussen Wild Bill en de scalp-moordenaar.
Aan actie ontbreekt het in dit album zeker niet. Vanaf pagina drie is het bloed, zweet en tranen tot op het einde.
Het scenario is geen hoogvlieger, maar toch degelijk. Alle klassieke ingrediënten van het genre zijn aanwezig.
De gevechtsscènes op de dynamiet-trein, zes pagina’s lang, gaan er toch wel even over en komen na verloop van tijd wat lachwekkend over.
Het is vooral de knappe realistische tekenstijl van Lamontagne die ons bekoort. Gaaf getekend, vooral de dubbele paginagrote prenten zoals de indiaanse begraafplaats en de dynamiet-trein zijn van topniveau. Bovendien is de cover alweer een lust voor het oog. Nadat in de eerdere albums achtereenvolgens de koppen van Calamity Jane, Wild Bill Hickok en Charlie Utter op de kaft prijkten is het nu de beurt aan Bass Reeves. We zijn benieuwd wie er het volgende album siert?
Wild West is een doorsnee western, maar door het puike tekenwerk en de keuze om western-iconen de hoofdrol te laten spelen in een fictie-verhaal toch een aanrader voor de liefhebbers. 
Het is al de zesde western die we dit jaar bespreken. Het gaat duidelijk goed met het genre. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Als de laatste koningin verdwijnt, breekt de tijd der duisternis aan

De laatste koningin
Jean-Marc Rochette
240 pagina’s
Concerto Books

Verschenen op: 06/03/2024

Als de laatste koningin verdwijnt, breekt de tijd der duisternis aan” is het meest blijvende gezegde van deze graphic novel. Deze zin slaat niet alleen op het verdwijnen van de ongerepte natuur, maar ook op het verlies van een onvoorwaardelijke geliefde. Rochette levert met “De laatste koningin” een tragische liefdesgeschiedenis af. Een aangrijpend diep menselijk verhaal waarin de liefde, de natuur, de kunst en de kleine kanten van de mens centraal staan. Daarnaast is het ook een aanklacht tegen het blind vernietigen van de habitat van de grote (roof)dieren, de Europese bruine beer in het bijzonder. Maar bovenal is “De laatste koningin” een klepper van formaat, een prachtige strip.
Rochette vertelt het levensverhaal van Édouard Roux, die na bijna drie jaar aan het front in 1917 als “une gueule cassée” terugkomt van de Eerste Wereldoorlog. Vol van schaamte durft hij zijn gehavende gezicht aan niemand te tonen, zelfs niet aan zijn moeder. Een collega oud-strijder brengt hem in contact met Jeanne Sauvage, een Parijse beeldhouwster, die zich inzet om verminkte soldaten een nieuw gezicht te geven. Jeanne geeft Édouard niet alleen een nieuw aangezicht, maar ook een nieuw leven. Ze overtuigt hem dat niet hij maar de maatschappij schaamte moet hebben over wat ze hem hebben aangedaan. Er bloeit iets moois tussen de twee. Ze introduceert hem in haar kunstenaarscollectief. Hier ontdekt hij haar echte passie: het sculpteren van dieren. Édouard neemt haar mee naar zijn geboortestreek, het ongerepte Vercors-massief. In de “Cirque d’Archiane”, nu het nationaal reservaat van de Vercors, leven ze in harmonie met de natuur. Een beeld van een beer in een voorhistorische grot inspireert Jeanne om een prachtbeeld van die “De laatste koningin” te beeldhouwen. Het beeld van de beer gooit grote ogen op een Parijs’ kunstsalon. Na bedrog van een galeriehouder en wanneer er tuberculose bij Jeanne wordt vastgesteld keren ze terug naar de Vercors. Als ze aan de ziekte sterft, stort Édouards wereld in. Doelloos zwerft hij door het gebergte tot hij een uitgemergelde berin ontmoet. Hij werpt zich op als haar beschermer. Bij een klopjacht offert hij zich op, opdat deze laatste koningin kan ontsnappen. In een epiloog zien we de natuur herleven. Zijn offer was niet voor niets. De tijd der duisternis is niet voor nu meteen.
In flashbacks krijgen we een beeld van hoe de mensheid door de eeuwen heen afrekent met beren in het wild.
Het personage van Jeanne is gebaseerd op de beeldhouwster Jane Poupelet die van 1918 maskers maakte voor “des  gueules cassées”.
De tekenstijl van Rochette is misschien niet de meest bekorende, toch weet hij de juiste sfeer in zijn tekeningen te vatten. Vooral de vele prenten zonder tekst spreken voor zich. Het kleurenpalet versterkt de sfeer van het verhaal. De gelukkige momenten verdienden wat meer licht.
Dit krachtige verhaal is tot nu toe één van de betere strips van 2024. Niet verwonderlijk dat de Franstalige versie (2022) al enkele keren in de prijzen viel: Grand Prix RTL/BD 2022 / Grand prix de la BD–ELLE 2022 / LIRE-livre de l’année 2022. (HV)

Sprokkels en Brokkels

Aangrijpende familiesaga met met actueel tintje

De gebroeders Rubinstein 
4 De zonen van Zion
Luc Brunschwig / Étienne Le Roux / Loic Chevalier
72 pagina’s
Uitgeverij Daedalus

Verschenen op: 22/03/2024

De serie

De serie “De gebroeders Rubinstein” is de aangrijpende familiesaga van twee joodse broers Salomon en Moses Rubinstein. Dit historisch verhaal speelt zich afwisselend af in de tweede helft van de jaren 30 en tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In deel vier zijn de broers van Frankrijk naar de VS gevlucht en vinden ze een onderkomen bij een bevriende filmimpresario. Het album begint met de première van de film “Gestolen Kinderjaren”. Onder de pseudoniem Sal Rubin heeft Salomon het scenario voor deze prent geschreven over zijn verblijf en ontsnapping uit een jeugdstrafkamp. De film lijkt een instant hit te zijn. Op deze eerste voorstelling maken ze kennis met een vrouwelijk lid van “De zonen van Zion”, een organisatie die zich, gebaseerd op de verklaring van Lord Balfour uit 1917, inzet voor de oprichting van een thuisland voor de Joden in Palestina. Moses voelt zich meteen aangetrokken tot het discours van “De zonen van Zion” en wordt actief lid van de actie. Dit lidmaatschap zal later leiden tot zijn verwijdering van de universiteit van Harvard.
Om promotie te maken voor zijn film wordt Salomon door zijn joodse filmbaas Warner (ja, die van Warner Bros) teruggestuurd naar Frankrijk. Hier wordt hij geconfronteerd met oude demonen uit zijn jeugd en ontmoet er een cinemamagnaat. Die man zorgde er voor dat hij onschuldig in een strafkamp belandde. De filmbons heeft zijn cinema-imperium te danken aan een blinde vrouw die voor hem het filmaanbod samenstelt. De vrouw is een jeugdvriendin van Salomon. Na een zoveelste uitbarsting van antisemitisme van haar baas, breekt ze met hem en kiest ze voor Salomon. Ze huwen en gaan op huwelijksreis naar Egypte om van daaruit in opdracht van zijn broer naar Palestina te trekken om er de eerste kibboetsen te bezoeken.   
De speling van het lot wil dat de film in Frankrijk verboden wordt en in Duitsland als Nazipropaganda gebruikt wordt.
Naast de belevenissen van de broers volgen we in flashforwards Moses in het bijzonder, die als kapper in het concentratiekamp Sobibor “een luxeleventje” leidt. Samen met zijn kappersassistente, die hij van de gaskamer wist te redden, probeert hij de verschrikkingen van het kamp te overleven. We voelen dat er een aanstaande opstand broeit. 
Hoewel we al in deel vier zijn, weet de lezer nog steeds niet hoe Moses in Sobibor is beland. Misschien in deel vijf of in de andere vier resterende delen?
“De zonen van Zion” en bij uitbreiding de hele reeks is een boeiend verhaal van begin tot einde. Deze goed gedocumenteerde serie schetst een pakkend tijdsbeeld. De makers slagen er wonderwel in om het levensverhaal van de twee protagonisten te vermengen met historische feiten. Er is aandacht voor het toenemend antisemitisme in Frankrijk in de jaren 30, de discriminatie van de Joden in de VS rond die tijd, de opkomst van de zionistische beweging, de verklaring van Lord Balfour, de opstand in Sobibor, het begin van de staat Israël en de eerste conflicten met de Palestijnen. Dit laatste maakt dat dit album aansluit bij het actuele conflict tussen Hamas en Israël.
Naast de scène met één van de Warner brothers is er ook een toffe gimmick met Charles Chaplin. 
Het scenario van Brunschwig staat als een huis en komt vanaf de eerste pagina binnen. De tekenaars brengen het verhaal met een klare lijn, goed uitgewerkte karakters en veel aandacht voor de emoties bij de verschillende personages. Het kleurenpalet zorgt steeds voor de juiste sfeer in de prenten. 
Dit is niet alleen een top historische strip, maar vooral ook een meeslepend verhaal. We kijken uit naar de nog vijf te verschijnen delen. Deel vijf is al uit in het Frans en deel zes verschijnt in de herfst van dit jaar. Dus uitgeverij Daedalus er ligt vertaalwerk op de plank! (HV)

Sprokkels en Brokkels